29 December 1915.
7
reglement, in strijd met het belang van den werkman
moet worden geacht
Spreker zegt verder, dat naar de meening van
Burgemeester en Wethouders het verschil in positie
moet blijven bestaan, de vaste positie moet zijn de
kroon op het werk de vaste werklieden behooren
meer privileges te genieten, zoodat men verschillende
categoriën behoudt.
Als te voorzien is, dat een werkman langer blijft,
zoodat het feitelijk een voortdurende dienst wordt,
zal aan de hoofden van dienst de wenk worden ge-
geven de betreffende werklieden voor eene voor-
loopige of vaste aanstelling voor te dragen.
De werklieden worden hierdoor spoediger vast,
voor hen is het als t ware een prikkel, dat zij daar-
van eenigszins de zekerheid verkrijgen wel missen
zij de vacantie, doch anders zouden zij ook geheel
gelijk zijn.
In verschillende gevallen worden voordeelen door
Burgemeester en Wethouders reeds gegeven.
Op len Kerstdag en Nieuwjaarsdag is bijvoorbeeld
het loon der losse werklieden ook doorgegaan of-
schoon dezen geen recht daarop hebben.
Zoo is het ook voorgekomen, dat het loon door-
ging als arbeiders bij ziekte in het gezin of door
omstandigheden genoodzaakt waren thuis te blijven,
terwijl het zeer twijfelachtig was, of er recht op loon
bestond, Hiermede wil spreker niet zeggen, dat Bur-
gemeester en Wethouders zoo buitengewoon best
voor de werklieden zijn, doch dat - waar mogelijk -
verschillen worden opgelost zij meenen echter dat
het te ver zou gaan, om zoo iets in het reglement
vast te leggen.
De heer Tromp zegt in herhaling te treden, van
wat de heer Tates gezegd heeft en vraagt, of het
zoo'n bezwaar is te voldoen aan het verzoek der
losse werklieden. Het aantal dagen verlof zou kunnen
bepaald worden naar het aantal maanden dienst en
het bezwaar, dat ze anders gelijk zouden staan met
vaste werklieden is te ondervangen door de losse
werklieden wat minder verlof te geven.
lemand, die nu onafgebroken een jaar in lossen
dienst is, mist zijn verlof, omdat hij het papier van
aanstelling niet heeft. De toekomst van zoo iemand
is, dat hij in vasten dienst komt, doch hij heeft zijn