ONTHFJFING VAN PRECABIORECHTEN
Fcbruari 1916.
Aan den Raad der Gemeente Heemstede.
Bij een adres. ingekomen den 13 Januari 1916, ver-
zoeken H. M. Fockens e.a. om ontheîfing van het
bepaalde bij art. 1 van de verordening op de heffing
van rechten voor het gebruiken van of voor het heb-
ben van particuliere werken en inrichtingen onder of
boven den openbaren gemeentegrond, of het openbaar
gemeentewater, voor die gedeelten gemeentegrond
welke na voltooiing van een gebouw of gebouwen
worden aangelegd als trottoir.
Als motieven voor hun verzoek voeren adressanten
aan, de drukkende omstandigheden, waaronder thans
gebouwd moet worden, het op peil brengen der ter-
reinen en het voordeel voor de gemeente, dat de
opgehoogde terreinen door den druk der steenen,
zoodanig worden verhard, dat verzakking van de aan
te brengen bestrafing daardoor voorkomen wordt
Genoemd adres ligt voor U ter Secretarie ter inzage.
Blijkens het rapport van den Gemeente-Opzichter
worden in het adres bedoeld de terreinen gelegen in
Bosch en Vaart.
Krachtens eene tusschen de gemeente erl de N.V.
Maatschappij tot Exploitatie van Onroerende goederen,
Bosch en Vaart gesloten overeenkomst is de
Maatschappij verplicht ook de voor trottoir bestemde
strooken, op peil te brengen en van bestrating te
voorzien. De Maatschappij blijft derhalve hiervoor te-
genover de gemeente verantwoordelijk, ook ai mocht
zij die verplichting aan koopers van aangrenzende
bouwterreinen opleggen, zooals uit het adres zou zijn
te lezen.
De verharding van de opgehoogde strooken door
het tassen van steenen is van zoo weinig beteekenis
dat verzakking daardoor niet voorkomen zal vvorden,
Op of in de nabijheid van de meeste bouwterreinen
is verder gewoonlijk genoeg ruimte voor opslagplaats
aanwezig, zoodat van gemeentegrond geen gebruik
behoeft gemaakt te worden.