1 Maart 1916
11.
Ienden zal na 5 uur, als de schooljeugd komt, niet
kunnen zwemmen.
De heer Van Meeuwen zou als de zwemvijver valt
en de zuiveringsinrichting toch moet komen, deze
zaak willen uitstellen tot de volgende vergadering,
waarin dan twee plannen zouden kunnen worden in-
gediend, n I. wat de kosten zijn van de zuiveringsin-
richting voor één zwemvijver en welke kosten ver-
bonden zijn aan de wijziging bij de begraafplaats.
De Voorzitter meent, dat, wanneer de zaak wordt
uitgesteld, men voor dezen zomer te laat zal komen,
daar het bestek nog gemaakt moet worden. De kos-
ten der zuiveringsinrichting, weike de Raad wel niet
kleiner zal willen maken, bedragen f3000.
De Voorzitter stelt voor het voorstel in drieën te
splitsen, n.l. den 2den zwemvijver, de zuiveringsin-
richting en de verbreeding van den Glipperweg.
De heer Van Houten vraagt. of dit laatste voorstel
ook inhoudt de verbreeding daar, waar zand voor op-
hooging noodig is.
De Voorzitter zet uiteen, dat als de 2de zwemvijver
verworpen wordt, van de verbreeding alleen het weg-
nemen van de haag bij het kerkhof met bijkomende
werken nog overblijft, waarvoor geen zand noodig is.
De heer Tromp zegt, dat bij het graven van het
kanaal grond beschikbaar komt, hiermede zou de
verbreeding van den Glipperweg kunnen geschieden.
De Voorzitter merkt op, dat deze grond over een
grooten afstand vervoerd moet worden, waardoor de
vervoerkosten nog al hoog zouden worden spreker
zou daarover niet durven laten stemmen.
De heer Tromp zou dan deze zaak willen aan-
houden
De heer Tates vraagt, of in elk geval de verbree-
ding niet zou kunnen geschieden van het pad naar
het Bullenhofje tot aan den Driesprong.
De Voorzitter antwoordt bevestigend.
Hierna brengt de Voorzitter in stemming, of al of
niet tot aanleg van een tweeden zwemvijver zal wor-
den overgegaan.
Vöör stemmen de heeren Dr. Droog, de Wilde en
Van Houten, tegen stemmen de overige 9 leden.
Vervolgens brengt de Voorzitter in stemming het
al of niet aanbrengen van de voorgestelde zuiverings-
inrichting.