25 April 1916.
10
nendaal, terwijl dit jaar nog de kanaalwerken zijn aan-
besteed en de voorbereiding der electrificatie van de
tramplannen Haarlem-Meemstede tot een goed einde
is gebracht. Door Uw initiatief is dit alles fot stand
gekomen. De moeilijkheden, welke nu en dan voor-
kwamen, waren soms groot, doch werden steeds
glansrijk door U overwonnen.
Het is ons dan ook eene behoefte U hulde en dank
te brengen voor alles wat door U in het belang der
gemeente Heemste is ged aan voor de correcte wijze,
waarop de vergaderingen steeds door U werden ge-
leid en voor den hoogen ernst, waarmede alle zaken,
de gemeente betreffende, door U zijn behandeld. Ook
zijn wij U dankbaar voor den gocden raad steeds
door U gegeven aan hem. die daarom kwam vragen
en ik ben er zeker van, dat allen, die Uwen raad
hebben opgevolgd, U daar steeds dankbaar voor zul-
len blijven. Wees verzekerd, mijnheer de Voorzitter,
dat alle inwoners van Heemstede en vooral zij, die
het genoegen mochten hebben met U samen te wer-
ken, steeds dankbaar zullen blijven gedenken. welk
een voortreffelijken Burgemeester zij in Jhr. Mr. David
Eliza van Lennep hebben gehad.
Het zal dan nu de laatste raadsvergadering zijn,
dat wij U als Voorzitter in ons midden hebben. Het
zal ons vreemd zijn, U niet meer op deze plaats te
zien. Immers, gemeentezaken van Heemstede en Bur-
gemeester Van Lennep, behooren als 't ware bij el-
kaar. Wij zien U dan ook met weemoed van deze
plaats heengaan, om er niet weder te keeren. Wij
eerbiedigen echter Uw, na rijp beraad, genomen be-
sluit en wenschen U van harte geluk met Uwe be-
noeming tot lid van Gedeputeerde Staten. Wij wen-
schen, dat het U met God's hulp nog vele jaren ge-
geven moge zijn, Uwe besfe krachten te wijden aan
de belangen dezer provincie Ook zijn wij overtuigd,
dat U daar de rechte man op de rechte plaats zult
zijn en dat deze betrekking evenals die U nu gaat ver-
laten, met eere door U zal worden waargenomen.
Nimmer zullen wij den aangenamen omgang en
sa menwerking met U vergeten moge de tijd, die U
aan het hoofd van onze gemeente hebt gestaan, U
wederkeerig steeds in aangename herinnering blijven.
Wtj kunnen niet nalaten ook onzen dank te betui-
gen aan Mevrouw, Uwe dierbare echtgenoote, die als