December 1916
4
weest en den leeffijd van vijf en twintif; jaren bereikt
heeft, eene tegemoetkoming in de huishuur fen bedra-
ge van een honderd gulden per jaar.
Art. 8.
De jaarwedden van onderwijzers, uitsluitend belast
met het onderwijs in een of meer der vakken, ge-
noemd în art. 2, onder h—t, der Wet tot regeling van
het lager onderwijs, worden zoo noodig bij afzonder-
lijk raadsbesluit geregeld.
Art. 9.
Mocht in eene vacature op de in artikel 1 dezer
verordening vastgestelde jaarwedde niet of niet-be-
hoorlijk kunnen worden voorzien, dan is de Raad be-
voegd. onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten
eene hoogere jaarwedde toe te kennen, met dien'
verstande. dat de op eene verhoogde jaarwedde be-
noemde onderwijzer voor de verhoogingen, bedoeld
m arîikel 1, slechts in aanmerking komt, indien en
voor zoover de bij zijne benoeming toegekende jaar-
wedde mmder bedraagt dan die, welke hij bij toepas-
sing van de bij deze verordening vastgestelde rege-
ling zou genieten.
Art. 10.
Ingeval een onderwijzer wegens ongesteldheid ver-
hinderd is zijne betrekking waar te nemen, wordt
zijne jaarwedde gedurende zes maanden geheel uitbe-
taald. daarna gedurende zes maanden voor de helft
ingehouden, terwijl bij verdere verhindering voor ieder
bepaald geval, onder goedkeuring van Gedeputeerde
Staten, eene afzonderlijke regeling zal worden getrof-
Art. 11.
Onderwijzers die ter vervulling van hunnen militie-/
landweernlirht nnHpr rl» „s r
of landweerplicht onder de wapenen of in werkelijken