28
beid de wijsheid zou kunnen bedriegen.
De Voorzitter erkent dit. en voegt er aan toe dat,
waar mogelijk, zuinigheid zal worden betracht, doch
dit werk wel noodzakelijk is.
De heer Tates wijst nog op de noodzakelijkheid
van verstrating van gedeelten weg lang de Leidsche-
vaart.
De heer Dr. Droog zegt deze gelegenheid te baat
te willen nemen, om te vragen naar den Bleekers-
vaartweg, waar de toestand werkelijk abominabel is
spreker noemt een aardig staaltje hem dezer dagen
overkomen Een rijtuig was door hem besteld bij de
Wed. van Houten op de Bleekersvaartweg om patien-
ten te bezoeken Spreker was in het St. Bavo gesticht
en zag nu tot zijn verwondering dit rijtuig in plaats
van langs den Bleekersvaartweg komen van den Rijks
straatweg. Op zijn vraag aan den koetsier naar de re-
den, deelde deze mede, den Bleekersvaartweg niet te
mogen berijden, omdat gevaar bestond voor het bre-
ken der assen en veeren wegens het groot aantal
kuilen, dus wel een bewijs, dat de toestand slecht is.
Spreker heeft nog niet vernomen het advies van
de Commissie. maar het is hem gebleken, dat de
bleekers, die hij heeft gesproken allen wel afstand
willen doen van den weg en er zelfs wel wat voor
over hebben. Spreker gelooft wel, dat zelfs de wo-
ningvereeniging ,,Berkenrode" iets zou willen bijdra-
gen, daar deze verkeersweg voor het bereiken van
de publieke gebouwen aan den Heerenweg van zeer
groot belang is en houdt zich aanbevolen, als de
Commissie zich over deze zaak zou willen uiten.
De Voorzitter zegt met genoegen de zaak opnieuw
te willen onderzoeken, doch zal zich daar eerst moeten
inwerken. Deze zaak zal niet uit de gewone begroo-
ting kunnen gevonden wo.rden, doch niervoor zal
eene geldleening aangegaan moeten worden.
De heer Honig zegt, als lid der Commissie gaarne
te willen mededeelen, in welk stadium het onderzoek
verkeert. Oorspronkelijk heeft bij de Commissie een
verschil van meening bestaan, doch later is dit opge-
heven en is overeenstemming verkregen. Er waren
belanghebbenden die den indruk hadden, dat de ge-
meente er erg op gesteld was den Bleekersvaartweg
te bezitten en dan oo< meenden, dat de gemeente
2 ;f daarvoor alle opofferingen moeït getroosten De