- 30
daar het bestaande gebouw op de begraafplaats niet
als woning voor een doodgraver geschikt is, en de
heer Peeperkorn voegt hieraan toe, dat de bestaande
woning eigenlijk onbewoonbaar verklaard zou moeten
worden.
De heer Tromp zegt, dat de mededeeling der wen-
schelijkheid van den bouw eener nieuwe doodgravers-
woning reeds voor de derde maal in de begrooting
voorkomt, waarom 'hij meent, dat dit nogal gemoede-
lijk moet worden opgenomen,
Volgnummer 99 wordt vervolgens zonder hoofdë-
lijke stemming ongewijzigd vastgesteld, eveneens de
volgnummers 100 tot en met 102
Bij volgnummer 103 maakt de heer Van Meeuwen
eene opmerking omtrent de percentsgewijze beloonin-
gen onder c, welke hooger zijn geraamd dan de ge-
raamde ontvangsten.
De Voorzitter merkt op, dat de uitgaven moeten
gedekt zijn de ontvangsten kunnen wel meevallen,
maar moeten bij de begrootipg niet te hoog worden
opgevoerd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt volgnummer
103 ongewijzigd vastgesteld, eveneens de volgnummers
104 tot en met 121.
Bij volgnummer 122 wordt door de Financieele
Commissie gevraagd, of de achtergevel van het dienst-
gebouw aan de Glip in 1916 niet is geschilderd ge-
worden,
De Voorzitter deelt mede, dat dit een zeer gegron-
de opmerking is en dit schilderwerk inderdaad is
uitgevoerd door een misverstand is deze wensche-
lijkheid in deze begrooting weer overgenomen
Volgnummer 122 wordt hierna zonder hoofdelijke
stemming vastgesteld.
Eveneens worden zonder hoofdelijke stemming on-
gewijzigd vastgesteld de volgnummers 123 tot en met
181.
Bij volgnummer 182 vraagt de heer Van Meeuwen,
of de verbreeding van de brug over de Van Merlen-
vaart in de Van Merlenlaan nu wel zoo noodig is
er wordt reeds zooveel jaren gebruik van gemaakt,
terwijl het verkeer niet drukker is dan voorheen Toen
d- autobiis nog reed, was het verkeer zeker veel
drukker en spreker vraagt of het wel noodig is, nu
daarvoor f 1000.uit te geven. Bovendien gelooft