37
pene volgende onbillijkheid bij het heffen van op-
centen op de personeele belasting is, dat een bewo
ner van een flink huis nog weer meer wordt bezwaard
en dat iemand met misschien hetzelfde inkomen en
die een hut bewoont, nagenoeg gehee! wordt gespaard.
Voorts merkte spreker nog op. dat 2J pCt. van de
opbrengst der opcenten als inningskosten aan het
Rijk'moet worden uitgekeerd; wanneer nu een Hoof-
delijke Omslag van 1 of 11 wordt geheven dan blijft
toch de uitkeering van pCt aan den Rijksontvan-
ger te doen
De heer Honig zegt, dat 2| pCt niet zooveel be-
draagt.
De Voorzitter antwoordt den heer Honig, dat dit
toch een bedrag is, dat kan worden uitgespaard in-
dien een geringer percentage in den Hoofdelijken
Omslag wordt geheven, moet precies hetzelfde werk
geschieden als wanneer een hooger percentage gehé
ven wordt.
Doch spreker wilde nog op een onbillijkheid bij de
opcenten op de personeele belasting wijzen. n 1 op
den onjuist.en aanslag van gefortuneerde personen
met een eenvoudigen uiterlijken levensstaat, zooals
b.v. een zeer gefortuneerd rentenier, die heel eenvou
dig gaat wonen.
Maar spreker wenschte nog iets te bespreken van
meer practischen aard wanneer 50 opcenten op de
personeele belasting geheven worden en tegelijk een
hoofdelijken omslag, blijven de opcenten gewoonlijk
jaar in jaar uit ongewijzigd, terwijl het percentage
van den Hoofdelijken Omslag steeds naar behoefte
gewijzigd wordt. Nu is dit percentage voor 1917 wel
vrij hoog, maar men moet niet vergeten, zegt spreker,
dat alle uitgaven en kosten van deze abnormale tijden
zooals voor het Distributiebedrijf f 15000 cokes-
distributie f 3000.en misschien wel meer, duurte-
toeslagen b v. hierdoor volkomen worden bestreden,
terwijl bij winsten uit de bedrijven niet is gerekend.
Alles bij elkaar wordt dit een aanzienlijk bedrag en
het is voor de gemeente zeer gewenscht, deze extra
uitgaven ineens te kunnen bestrijden nu is het per-
centage wel vrij hoog. doch een ander jaar kan het
weer minder worden
De heer Honig acht het gezegde van den Voorzit-
ter. dat het aantal opcenten niet zoo gauw wordt ge-