9 Februari 1917
16
daaruit de bepalingen zooveel mogelijk hebben geput.
Alleen de bepaling in artikel 18 onder a was nood-
zakelijk uit een lokaa! oogpunt deze afwijking van
de wet op de Inkomstenbelasting slaat op personen,
die hier in de belasting niet worden aangeslagen Wan-
neer b.v. iemand in Kerkrade eene uitkeering als pen-
sioen, lijfrente enz. ontvangt van iemand uit deze ge-
meente, dan is het niet wenschelijk dat bedrag van
het inkomen te laten aftrekken. Dat de wet daarvoor
aftrek toelaat, was geen bezwaar, omdat de wet geldt
voor het geheele land
Tot beantwoording van de vraag van den heer Ho-
zegt spreker, dat dit artikel eveneens uit de wet
is overgenomen de strekking hiervan is den eigen-
dom niet extra te bezwaren, deze winst wordt be-
schouwd als kapitaalsvermeerdering
De heer Honig merkt op, dat bij andere zaken de
winst medetelt voor het inkomen.
De heer Waller denkt, dat moeilijk te controleeren
zal zijn. of van het inkomen uitkeeringen voor pensi-
oen enz. zijn afgetrokken
De heer Honlg acht het ook een bezwaar, dat als
iemand dergelijke uitkeering doet, hij daarvan nog be-
lasting moet betalen.
De heer Waller zegt, dat deze bezwaren niet be-
staan, als die menschen in de gemeente wonen.
De Voorzitter zet de bedoeling van deze bepaling
met eenige voorbeelden uiteen, waarna de heeren
Honig en Waller zich met de bepaling kunnen veree-
nigen,
De heer Tromp zegt in de verordening tenminste
eenige progressieve heffing verwacht te hebben en
zou deze wijze van heffen in overweging willen geven,
omdat er in Heemstede verschillende standen verte-
genwoordigd zijn.
De Voorzitter antwoordt, dat de wenschelijkheid
natuurlijk overwogen is de heffing al, dan niet pro-
gressief te doen plaats hebben, doch na rijpe behan-
deling is besloten een percentage vast te stellen, dat
voor alle inkomens gelijk is. De arbeidende klasse
gaat bij dezen nieuwen vorm van beiastingheffing niet
achteruit, veeleer het tegengestelde, omdat er geen
opcenten op de personeeie belasting meer geheven
worden, een zeer hoog bedrag voor het noodzakelijk
levensonderhoud is vastgesteld en ruime aftrek naar