9 Maart 1917
42
De heer Tromp wijst er op, dat eene uitkeering
naar 80 pCt. van de handelswaarde. ten zeerste zou
kunnen tegenvallen, omdat ieder jaar de waarde van
een paard vermindert en dus ook de uitkeering. Spre-
ker gelooft, dat de gemeente de risico zelf moet
dragen, omdat zij na vier jaar een volbloed paard,
althans een goed paard voor de betaalde premiën kan
terugkoopen.
De heer Honig meent, dat indien bij de aanvrage
eens en voor goed werd getaxeerd, dit nog zoo
kwaad niet zou zijn, maar a!s de paarden ieder jaar
opnieuw op handelswaarde worden getaxeerd, noemt
spreker dit een groot nadeel.
De V'oorzitter deelt mede, dat iri arlikel 7 der Ver-
zekerings-Voorwaarden o.a. wordt bepaaid, dat de
dieren voor handelswaarde verzekerd moeten zijn en,
zijn ze hooger dan voor handelswaarde ter verzeke-
ring aangeboden, dan heeft de Directie het recht de
dieren op handelswaarde te zetten, zonder dat daar
door de aanvrager gerechtigd wordt, zijn aanvrage in
te trekken. Hetzelfde recht heeft de Directie ten allen
tijde, ook bij ongevallen, ten opzichte der reeds lan-
ger verzekerde dieren. Herwaardeering heeft plaats elk
jaar in de maanden Mei en November.
De heer Honig, vindt deze condities veel te zwaar;
spreker stelt het geval, dat een paard voor f 800.
verzekerd is, maar dat het na verloop van eenigen
tijd lamlendig wordt, of er iets mee gebeurt, dan kan
de Directie beweren, dat het verzekerde paard geen
paard van f 800.handelswaarde is en men moet
content zijn met een beetje geld, terwijl steeds de
premie is betaald naar eene waarde van f 800 - Wel
is spreker voor verzekering, maar niet onder de
voorwaarde, dat later getaxeerd mag worden, als het
paard reeds ziek is.
De Voorzitter vraagt, of het voorstel van den heer
Preijde wordt ondersteund.
De heer De Wilde wil dit ondersteunen.
De heer Honig verklaart dit eveneens te willen
doen, mits aan dat voorstel wordt toegevoegd, dat de
uitkeering zal moeten geschieden naar de eens ge-
taxeerde waarde.
De Voorzitter merkt op, dat dan naar eene andere
Maatschappij moet worden rondgezien.
De heer Waller gevoelt meer voor eene onderlinge