42
12 Juni 1917.
3
Algeraeene bepalingen.
Art. 5.
Met afwijking van het bepaalde in de gasverordening
en de electriciteitsverordening zijn Burgemeester en
Wethouders bevoegd, indien daarvoor naar hun oor-
deel termen aanwezig zijn, zooals bij niet betaling
van de krachtens deze verordening opgelegde boete
binnen den door hen bepaalden termijn, een verbrui-
ker geheel van toevoer van gas of electrischen stroom
af te sluiten.
Art. 6.
Voor de toepassing van deze verordening wordt
verstaan onder maand het tijdvak liggende tusschen
twee opeenvolgende meteropnemingen
onder normaal verbruik het verbruik in de overeen-
komstige maand van het voorafgaande jaar, zooals dit
nader door den Directeur der Gemeente Gas-, Duin-
water en Electriciteitsbedrijven zal worden vastgesteld.
Indien het verbruik over die maand niet tot vergelij-
king kan dienen, geschiedt de vaststelling door ge-
noemden Directeur met inachtneming van de in aan-
merking kornende gegevens. Tegen de vaststelling
door den Directeur staat aan den verbruiker geduren-
de veertien dagen schriftelijk beroep op Burgemees-
ter en Wethouders open.
Art. 7.
ln zeer bijzondere gevallen kan door Burgemeester
en Wethouders van het bovenbepaalde worden afgewe-
ken.
Art. 8.
Deze verordening treedt in werking met ingang
van Juni 1917 en voor iederen verbruiker op het
tijdstip, waarop de maandelijksche opneming van de
meteraanwijzing heeft plaats gehad.
De buitengewone regelen ten aanzien van het gas-^
verbruik vastgesteld bij raadsbesluit van 9 Februari
1917 en gewijzigd bij raadsbesluit van 9 Maart 1917
worden geacht voor iederen gasverbruiker te zijn in-
getrokken op het tijdstip, waarop deze verordening
in werking treedt.