55
4 September 1917.
Art. 4.
De te behandelen leerstof wordt over een tijdperk
van twee jaren verdeeld.
Art. B.
Het onderwijs voor de jongens wordt elken Maan-
dag, Dinsdag, en Vrijdag van de maanden October,
November, December, Januari en Februari van zes
tot acht uren gegeven.
De jaarlijksche cursus moet zöö zijn ingericht dat
in de eerste 96 uren de geheele voor het loopende
jaar bestemde leerstof wordt behandeld. De overige
uren worden bestemd tot herhaling van het in het
loopende jaar onderwezene.
Op algemeen erkende feestdagen en gedurende de
vacantiën der dagschool wordt geen onderwijs gege-
ven.
Art. 6.
Het onderwijs voor de meisjes wordt 40 keer in
één jaar op Woensdag van half twee tot half vijf uren
gegeven.
Art. 7.
Het herhalingsonderwijs omvat de volgende vakken:
1o. de Nederlandsche taal
2o. het rekenen
4o. de kennis der natuur (voor jongens);
4o. het teekenen, in verband met het ambacht
(voor jongens);
5e. de nuttige handwerken (voor meisjes);
6e. de aardrijkskunde (voor jongens),
Art. 8.
Het onderwijs in de Nederlandsche taal omvat
voortgezet lees- en schrijfonderwijs. Dit lees- en