11 December 1917. -'3«- 73. Steun aan werkloozen. De Raad enz. De heer Tates merkt op, dat een ongehuwd werk- looze voor wien een standaardloon geldt, 40 pCt van dat loon en, indien voor hem geen standaardloon geldt, hij f 5.per week ontvangt. Spreker is van meening. dat daardoor een werklooze, voor wien een standaardloon geldt. minstens f 1.per week meer zal ontvangen dan een werklooze voor wien dat niet geldt. Hij vindt, dat de werkloozen eene gelijke uit- keering moeten hebben, of ze vakman zijn, of bijv. grondwerker, dat toch eigenlijk ook een vak is. De heer de Wilde acht deze verhoudingen ook niet zuiver getroffen. De heer Peeperkorn, Wethouder tevens Voorzitter van de werkloosheidscommissie, zet uiteen, dat de loo- nen toch ook altijd niet gelijk zijn. De heer Tates wil de beide categoriëen van werk- loozen gelijk behandelen. De heer Peeperkorn zegt, dat wanneer de uitkee- ring aan de laatste catogorie van werkloozen wordt verhoogd, zij misschien een hoogere uitkeering zullen ontvangen dan wat ze met werken verdienen. De heer Tates merkt op, dat een spitter wel onge- veer evenveel verdient als een vakman, maar omdat er voor hem geen standaardloon is, zal hij minder uitkeering ontvangen. Als er geen werk is wil spre- ker ze gelijk behandelen. De heer de Wilde vraagt, wat onder standaard moet worden verstaan. De heer Peeperkorn meent, dat een spitter ook ook evenals een vakmaia een standaardloon kan heb- ben, omdat toch over 't algemeen uniforme loonen voor dat werk worden uitgekeerd. Spreker acht de verhoudingen in 't ontwerp-besluit zeer juist uitge- drukt en de regeling is bovendien geaccepteerd door het Kon. Nat. Steuncomité. De heer de Wilde acht f 7.per week voor de gehuwden te weinig, omdat de loonen over 't alge- meen hooger zijn dan f 14. De heer Peeperkorn zegt, dat er een prikkel moet blijven om te gaan werken. Spreker zijn voorbeelden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1917 | | pagina 2