19
27 Maart 1918
14
ken omslag wordt voor de eerste maal toegepast over
het belastingjaar genoemd in het eerste lid van artikel
32. terwijl de thans geldende verordeningen op de
heffing en de invordering van den hoofdelijken om-
slag niet verder toegepast worden dan over het be-
lastingjaar 1917, waarna zij zijn vervallen
Het tijdvak van 1 Januari 1918 tot 1 Mei 1919wordt
als een afzonderlijk vol belastingjaar beschouwd.
Aanslagen over een gedeelte van een belastingjaar,
ontheffingen wegens vertrek uit de gemeente of we-
gens overlijden worden voor dit belastingjaar in plaats
van over twaalfde gedeelten berekend over zestiende
gedeelten van een aanslag.
De beschrijvingsbiljetten bedoeld in art. 19, worden
in dit belastingjaar op nader door Burgemeester en
Wethouders te bepalen data uitgereikt.
Aldus gedaan ter openbare vergadering van den
Art. 82.
Overgangsbepaling.
11
Maart 1918.
De Secretaris,
De Voorzitter,
i h<