23
21 Maart 1918
4. De agenten van politie bedoeld in aH. 1 sub_
b tot en met d genieten boven hunne
een toelage voor kleeding en uitrusting van t 7
^5 ^Behalve het bepaalde in het 3e en 4e lid van
d„ .rlfkVÎ k.n door Bn,B.~«..«r «n W,l ,ond«rs..n
het personeel van de plaatsel.jke pohhe «n ^delijke
toelage voor kleeding en u.trust.ng ^ord °Jek
zoolang volgens hunne meen.ng de bu.tengewone
duurte der kleeding en uitrustingstukken besl.nt
6 De hoofdagent en de agenten van pol.tie gen.
ten voor het gemis van een vrijen dag een vergoe-
di„g respectievelijk f 5 - en 1 4,- P«r d.g.
Toepassing Reglement.
Voor het personeel der plaatselijke pol.tie is van
toepassir.g hetgeen is hepa.ld in he. .Ig."g
lement voor de ambtenaren in dienst der gemee
Heemstede.
Voorloopige vaststelLing pensioensgrondslag.
Art. 5.
1 De pensioensgrondslag van het Person"1.ge"
noentd in ,,t. I z.l voorloopig bedr.gen het bedr.ï
der belooning vermeld in art 2 eventueel vermeer
derd niet het'bedrag. waarmede de|beloonmB wegens
doorgebrachte dienstjaren is verhoogd en de te?e
moetkomingen genoemd in art. 3 dezer veroren
met uitzondering van het in het 5e ltd bepaalde.
In werking treding.
1. Deze verordening wordt geacht in werk.ng te
ziin jretreden op 1 Januari 1918.
2 Met ingang van dien datum vervalt de veror e-
ning regelende de samenstelling en jaarwedden va
het personeel der plaatselijke pol.t.e, vastgesteld den
7 December 1916.
Aldus gedaan ter openbare vergadering van den 27
Maart 1918.
De Voorzitter,
Art. 4.
Art. 6.