31
VERORDEMiNG TOT REGELIKG VAN
I)E JAARWEDDEN VAN HET ONDER-
WIJZEND PEBSONEEL AAN I)E OPEN-
BARE LAGERE SCHOOL IN DE
GEMEENTE HEEMSTEDE.
27 Maart 1918.
1
Bezoldiging.
Art. 1.
1. De jaarwedden van het personeel der openbare
lapere school wordt bepaald als volgt
lo. voor het hoofd der openbare lagere school,
welke school is gelegen in een gedeelte eener ge
rneente, bchoorende tot de vijfde klasse der tabel,
bedoeld in art. 5 der Wet tot regeling der Personee-
le belasiing van 16 April 1896 (Staalsblad No 72),
laaisielijk gewiizigd bij de wet van 18 Maart 1916
(Siaatsblad No. 137), een aanvangsjaarwedde van f 1450
welke negen maal wordt verhoogd, telkens na vol-
brachlen diensbijd van iwee jare> met honderd gulden,
tot een maximum alzoo van f 2350
2o. voor elk der onderwijzers, die het hoofd bij-
staan eene aanvangsjaarwedde van f 850, welke
negen maal wordt verhoogd. telkens na volbrachten
diensttijd van twee jaren met honderd gulden, tot een
maximum alzoo van f 1750
3o. voor elk der onderwijzers, die het hoofd der
school bijslaan en den rang van hoofdonderwijzer be-
zilten f 250.meer.
4o voor het hoofd der school en onderwijzers
van bijstand, die in het bezit zijn van één of meer
akten van bekwaamheid voor huis en schoolonderwijs
in één of meer der vakken, vermeld in art. 2 onder
I, m, n, of r bis der wet tot regeling van het lager
onderwijs, voor één akte f 100.— en voor twee of