28 Juni 1918
88
10 uur lot Maandagmorgen 6 uur, geen vrije Zondag
kan worden genoemd.
De Voorzitter meent, dat dit wel degelijk een vrije
dag is.
De heer Tromp zegt, dat zij er meer uren voor
moeten werken om vrij te zijn op Zondag.
De Voorzitter erkent, dat om de meerdere vrije
Zondsgen te verkrijgen door eene ploeg op Zondag
12 uur aan een stuk moet gewerkt worden, maar
wijst er verder op, dat het personeel, dat op Zondag
dienst heeft, een paar uur vrij krijgt voor kerkbezoek.
De heer Tromp zegt, dat nu de Zondagsdienst ver-
zwaard wordf.
De Voorzitter deelt mede, dat het personeel dit
zelf heeft gevraagd.
Ook de heer de Wilde memoreert, dat het hun
eigen voorstel is.
De heer Tromp wil zooveel mogelijk vrij geven op
Zondag, bijv. door het aanstellen van reservepersoneel.
De Voorzitter zegt, dat in Amsterdam hetzelfde
systeem wordt toegepast als in Heemstede. In Haar-
lem is de regeling iets anders en wordt los personeel
gebruikt De Directeur acht dit zeer bezwaarlijk, juist
omdat er Zondags minder toezicht is en het bedienen
van de ovens zeer verantwoordelijk is. Spreker noemt
dit een moeilijke kwestie.
De heer Tromp zegt, dat wanneer er niet direct
wijziging in gebracht kan worden, hij er toch gaarne
de aandacht op wenscht te vestigen.
De heer de Wilde zou dit voorste! nog in handen
van Burgemeester en Welhouders willen stellen om
advies.
De Voorzitter zegt dat door voorstel II een geheele
wijziging van de loontabellen, volgens die der ge-
meente Haarlem, wordt gevraagd, dit voorstel heeft
eene cardinale strekking en gaat verder dan het ont-
werp besluit van Burgemeester en Wethouders,
De heer de Wilde wil dit voorste! ook in handen
van Burgemeester en Wethouders stellen om advies.
De heer Peeperkorn zegt. dat het thans ingediende
ontwerp besluit tot loonsverhooging, de uitspraak van
Burgemeester en Wethouders is en weet geen reden
tot verdere herziening.
De heer Tates merkt op, dat eene opvoering der
loontabellen in het verschiet is gesteld.