16 Augustus 1918. 113 De Voorzitter gelooft, dat er hoe langer hoe meer zullen komen Spreker had dit vroeger ook niet ge- dach t en zegt, dat de gemeente flink personeel moet hebben dat goed op de hoogte is; hij gelooft niet, dat er vier goede tijdelijke krachten zullen zijn te krijgen. De heer de Wilde gevoelt veel voor het ideé om tijde- lijke krachten te nemen. Onder leiding van een agent zijn deze wel te gebruiken, terwijl de agenten nu 's nachts ook veel met z'n tweeën loopen. De Voorzitler vraagt, wie als tijdelijke krachten zouden zijn te krijgen. De heer de Wilde zegt, dat er tegenwoordig veel tijdelijk personeel wordt benoemd en verwacht, dat flinke personen te krijgen zullen zijn. De Voorzitter vreest daarmede niet klaar te zullen komen. Het inoeten toch zeer betrouwbare personen zijn. De heer de Wilde zegt, dat men het kan probeeren en meent dat er wel betrouwbare personen voor te vinden zullen zijn De Voorzitter ziet er bezwaar in. De heer de Wilde geeft toe, dat er toezicht op hen zal moeten zijn, maar wil zich niet binden door 4 agenten vast aan te stellen. De Voorzitter zegt, dat het krachten moeten zijn die zich geheel aan het politievak geven. De heer de Wilde wijst er op, dat er van particu- lieren ook wel zaken bewaard worden door personen die geen agent van politie zijn. De heer Höcker vestigt de aandacht op den Veilig- heidsdienst. De heer Dr. Droog zou in overweging willen geven zich met den Veiligheidsdienst in verbinding te stellen. De heer de Wilde zegt, dat bij den Veiligheidsdienst meestal oudere menschen in dienst zijn, de nachtwa- kers en agenten staan onder den fnspecteur van Po- litie en zouden te zamen één geheel vormen. Spreker vindt het bezwaarlijk vaste agenten aan te stellen en acht tijdelijke beter, omdat de gemeente, wanneer de tijden weer normaal worden, met elf agenten kan volstaan. De Voorzitter gelooft niet, dat er geschikte tijdelijke zullen te verkrijgen zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1918 | | pagina 13