<^?Jr/ mJs mt s\\ k.uwkim
16 Augustus 1918
114
vj
De heer Peeperkorn vestigt de aandacht op de uit-
gestrektheid der gemeente zooals in 't Noorden Bosch
en Vaart, de Haarlemmerhout en de parken, in 't
midden het eigenlijke dorp en in 't Zuiden de Glip.
Met halve krachten is het Gemeentebestuur niet zoo
verantwoord als met geroutineerde menschen, wier
vak en levensdoel het politiewezen is.
De heer Tromp gelooft, dat het meer een zaak van
tijdelijken aard is. In den zomer is de bewaking meer
verzekerd en voor den winter is licht een eerste ver-
eischte. Spreker wil daarom zooveel mogelijk electrisch
licht aanleggen en in de tweede plaats de boschwach-
ters in dienst van de politie stellen en daarvoor in de
plaats losse werklieden nemen. De boschwachters zijn
ook als polieagent beëdigd en moeten in zekere
mate ook als politie worden beschouwd.
Als tijdelijke maatregel is de behoefte aan meer
politietoezicht op deze wijze te ondervangen, terwijl
men aan den anderen kant met electrisch licht aan
het bezwaar tegemoet komt.
De Voorzitter deelt mede, dat aan de uitbreiding
van de electrische verlichting veel zwarigheid is ver-
bonden.
De heer Tromp zegt, dat de meerdere kosten de
hoofdzaak is.
De Voorzitter zegt, dat het materiaal zeer moeilijk
te verkrijgen is.
De heer Honig meent dat er nog wel lantaarns zijn
te krijgen.
De heer Tromp zou overal, waar nog geen leiding
ligt, er een willen aanleggen.
De heer Van der Plas wijst er op, datbijde andere
gasinstallatie tnisschien over meer gas kan worden
beschikt.
De heer Honig zou het idee van den heer Tromp
met den Inspecteur willen bespreken.
De heer Dr. Droog vraagt, of de agenten die er nu
zijn, geen nachtdienst zouden kunnen doen en de an-
deren dagdienst.
De Voorzitter betwijfelt, of ze daar wel op gesteld
zullen zijn, omdat ze aangesteld zijn voor dag- en
nachtdienst.
De heer Preijde zegt, dat ze nu toch ook wel eens
nachtdienst hebben.
De heer Trornp zegt, dat het ook van het raadsbe-