16 Augustus 1918.
115
sluit afhangt. Wanneer er vier bij benoemd worden,
dan behouden toch de tegenwoordige hun beurten
van nachtdienst.
De Voorzitter deelt mede, dat daarom gezegd is,
dat de nieuwe uitsluitend nachtdienst zouden moeten
doen en wanneer daarvoor een oproeping wordt ge-
plaatst, kan men ervaren personen verwachten.
De heer Dr. Droog zou 's nachts een onervaren
met een ervaren persoon willen laten loopen.
De heer Jhr. van de Poll wijst er op, dat ze 's nachts
meestal samen loopen.
De Voorzitter zegt, dat dit bij de gewone ronde
niet gebeurt, omdat er dan meer personeel zou moe-
ten zijn een onervarene kan men niet alleen 's nachts
wegsturen.
De heer Tromp vraagt, of het de bedoeling is voor
de vier agenten uitsluitend voor den nachtdienst, in
het vak vergrijsde personen aan te stellen of wel
kersversche.
De Voorzitter antwoordt, dat het wel de bedoeling
is, personen te nemen, die enkele jaren in het vak
werkzaam zijn geweeet, maar niet, die er al in zijn
vergrijsd.
De heer Tromp zegt, dat de boschwachters ook
wei eenige ervaring hebben.
Den heer Van der Plas lacht het voorstel Tromp,
om boschwachters te gebruiken, wel toe vooral als
er bovendien nog mee.r electrische verlichting komt
deze abnormale omstandigheden zullen zoo niet blijven.
De Voorzitter zegt, dat het de boschwachters hun
vak niet is.
De heer Peeperkorn wijst er op, dat de beste ar-
beiders aan de openbare werken zouden worden ont-
trokken en die dan door losse werklieden zouden
moeten worden aangevuld.
De heer de Wilde denkt, dat voor nachtwakers wel
andere flink ontwikkelde en goed onderlegde personen
kunnen worden gevonden.
De Voorzitter zegt, dat het de vraag is, of er men-
schen uit de gemeenie voor te vinden zullen zijn.
De heer de Wilde zou ze dan van buiten de ge-
meente willen halen. Spreker is sterk voor tijdelijke
krachten.
De heer Tateszegt, dat ervroeger 5 agenten waren
en er nu al 11 zijn. Thans worden er weer 4 gevraagd