16 Augustus 1918
120
meende, dat er zou komen de waterplaats, die nu
staat bij de lospiaats bij de IJzeren Brug.
De Voorzitter zegt, dat aan den Gemeente Opzichter
opdracht gegeven is om die waterpiaats naar de Glip
te verpiaatsen. hij zai den Opzichter hieraan nog
Aanplak- eens herinneren.
bord bii de ^e heer Böcker zegt, dat er aan de Glip twee aan-
r]. plakborden zijn, de voornaamste zaken worden op
de oude pomp aangeplakt, op het bord bij den poli-
tiepost worden allerlei ondergeschikte dingen aange-
p'akt en daar gaat niemand naar kijken; spreker zou
slechts êén maar een flink bord aan de Glip wenschen;
hij meent dat dit geschikt vôör de waterplaats zou
kunnen geplaatst worden.
Politietoe- Qe Voorzitter belooft dit te zullen nagaan.
zicht wacht- De heer Dr Droog zou wat meer politietoezicht
huisje in wenschen bij het vertrek van de laatste tram uit den
den Hout Hout. Opgeschoten jongens hinderen de menschen,
gaan in het wachthuisje zitten en hezigen legen het
publiek vaak minder nette uitdrukkingen of zingen
allerlei liedjes
De heer Preijde zegt, dat ook de wagens van de
laatsie iram dikwijls overvol zijn.
De Voorzilter anlwoordt, dat het hinderen van het
publiek bij de IJzeren Brug en de Glipperbrug ook
Berging wej gebeurt. Spreker zal er den inspecteur van Po-
huisboedel litie kennis van geven.
in kapel op üe heer Tates deelt de treurige ervaring mede, dat
de Alg een oude juffrouw uit haar uoning is gezet en haar
vunzig huisboedeltje in de voormalige kapel op de
e^raa P algemeene begraafplaats is geborgen tegen de slaap-
kamer van den bewoner van de doodgraverswoning
hetgeen voor dien persoon minder aangenaam is.
De Voorzitier zegt, dat dit huisboedeltje toch er-
gens moest geborgen worden en dat men het niet op
straat kon iaien staan.
De heer Tates zegt, dat de luchtverversching in
die slaapkamer nu geheel is afgesloten. I'e lucht
moest uit de kapel komen in de slaapkamer, die niet
direct in verbinding met de buitenlucht staat.
Den heer Peeperkorn was het opgevallen, dat de
lucht in de slaapkamer niet erg frisch was; hij heeft
loen tegen den bewoner gezegd, dat hij uit zijn naam
tegen den Opzichter moest zeggen. dat dit door het
aanbrengen van een luchtkoker moest verbeterd wor-