30 September 1918 142 De heer Honig vraagt, oî ook subsidie wordt ver- leend voor kinderen. die wel zijn ingeschreven doch maar zelden in school komen. De Voorzitter antwoordt, dat ze als werkelijk school- gaande bekend moeten staan. Spreker wijst er op dat de leerplichtwet niet voor de bewaarscholen geldt en dat ze thuis mogen blijven zoo vaak zij willen. De heer Tates zegt, dat het maar een kleine moeite is, om zooveel mogelijk kinderen te laten inschrijven. De heer Dr. Droog acht het ook beter de subsidie om de 3 maanden uit te betalen. De Voorzitter stelt hierna voor de subsidie om de 3 maanden uit te keeren volgens den toestand op 15 Januari, 15 April, 15 Juli en 15 October, en in dien geest de redactie te wijzigen. Dit wordt goedgevonden. De heer Höcker vraagt of de kinderen in Heemstede moeten wonen. De Voorzitter zegt, dat dit uit art. 4 blijkt. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens de verordening vastgesteld, nadat de artt. 3 en 4 zijn ge- wijzigd als volgt Art. 3. Voor de berekening van het gemeentesubsidie dient tot grondslag het aantal leerlingen, dat resprctievelijk op 15 Januari. 15 April, 15 Juli en 15 October van elk kwartaal, waarover de bijdrage wordt verleend, als werkelijk schoolgaande bekend stond. behalve in het kwartaal der oprichting, gedurende welk kwartaal tot grondslag dient het aantal leerlingen, dat op den laat- sten dag der maand, volgende op die, waarin de school werd geopend, als werkelijk schoolgaande be- kend stond. Art. 4. X Bijdrage Rust- en vacantie- oord Het bedrag van het subsidie bedraagt f 1.50 per kwartaal en per in de gemeente Heemstede wonenden leerling. Voor de vaststelling van het subsidie worden leerlingen ouder dan jaar niet medegerekend. X. Adres van eene Commissie uit den Nederland- schen Bond van Gemeente ambtenaren om eene bij- drage voor een Rust- en Vacantieoord met voorstel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1918 | | pagina 7