89
26 November I9i8
2
Diensttyd.
Art. 2.
AIs diensttijd komt in aanmerking de tijd doorge-
bracht in dienst zoowel aan openbare als aan bijzon-
dere lagere scholen, als hoofd of als onderwijzer van
bijstand, zoomede diensten bewezen volgens artikel
33 der wet tot regeling van het lager onderwijs en
volgens het laatste lid van artikel 22 der wet van 13
Augustus 1857 (Staatsblad no 103).
Toelagen.
Art. 3
1. Het hoofd der school geniet, behalve zijne jaar-
wedde, vrije woning, zoo mogelijk met eenen tuin
2. Ingeval hem geene vrije woning kan verschaft
worden, ontvangt hij eene vergoeding voor huishuur
ten bedrage van twee honderd en vijftig gulden per jaar.
3. Elk der mannelijke onderwijzers, die het hoofd
der school bijstaan, geniet, indien hij gehuwd is of
is geweest en den leeftijd van vijf en twintig jaar be-
reikt heeft eene tegemoetkoming in de huishuur ten
bedrage van f 100.per jaar.
4. Elk der onderwijzers, het hoofd der school
hieronder begrepen, geniet eene som gelijkstaande met
het bedrag, dat voor eigen pensioen en voor weduwe-
en weezenpensioen moet worden gestort.
5. Voor lesuren, die buiten den gewonen school-
tijd vallen, wordt voor zoover het gelieele getai les-
uren van den onderwijzer het gewone gelal lesuren
van de andere onderwijzers overtreft, eene belooning
toegekend van f 1.per lesuur.
Ingang verhoogingen.
Art. 4.
De verhooging der jaarwedden gaat in
a. wegens diensttijd, met den eersten dag der maand
volgende op die, waarin de vereischte diensttijd is
volbracht
b. wegens het bezit van eene akte van bekwaam-
heid als genoemd in art. 1, sub 3o en 4o met den
eersten dag der maand volgende op die, waarin de
onderwijzer die akte heeft verkregen
c wegens huwelijk met den eersten dag der maand
volgende op die waarin de onderwijzer is gehuwd.