89
26 November 1918
- 5
res als salaris door de gemeente moet worden uilbe-
taald, van hare jaarweddeingehouden, evenwel met
dien verstande, dat haar de helft harer wedde over
dien tijd gewaarborgd blijft.
3. is de onderwijzeres twee maanden na hare be-
valling, volgens het oordeel van den daartoe aange-
wezen arts nog niet in staat hare werkzaamheden aan
de school te hervatten, dan treden de in het algemeen
reglement voor de ambtenaren in dienst der gemeente
Heemstede gestelde regelen van uitbetaling bij ziekte in.
Vervulling dienstplicht.
Art. 10.
1. Onderwijzers, die ter vervulling van hunnen mi-
litie-, landweer- of landstormplicht onder de wapenen
of in werkelijken dienst moeten komen, zijn verplicht
daarvan tijdig aan het Gemeentebestuur kennis te geven.
2. Aan het vaste onderwijzend personeel dat krach-
tens de Militie-, Landweer- of Landstormwet tot wer-
kelijken dienst is opgeroepen of krachtens het bepaalde
in artikel 185 der grondwet buitengewoon onder de
wapenen moet blijven of is geroepen, woidt verlof
verleend voor den duur dier oproeping met de vol-
gende bepalingen en jaarwedde
a. gedurende den tijd dat zij onder de wapenen
zijn. wordt aan gehnwden en aan ongehuWden, tevens
kostwinners zijnde, 90 pCt. der jaarwedde uitbetaald
b. aan hen die niet vallen onder a wordt uitbe-
taald 25 pCt, der jaarwedde.
lnhouding salaris bij vervanging.
Art. 11.
1. Wordt aan een onderwijzer buiten de gevallen
bedoeld in art. 8 en 10 verlof verleend voor langer
dan den duur waarop hij krachtens de in het leerplan
opgenomen regeling aanspraak heeft, dan wordt van
de jaarwedde ingehouden hetgeen ten behoeve van
zijn plaatsvervanging als salaris door de gemeente
moet worden uitgekeerd.
Tijdelijk personeel.
Art. 12.
2. In afwijking van het bepaalde in de artt. 8. 10