26 November 1918
182
agenten îs, omdat ze dan f 50.meer salaris ont-
vangen.
De heer de Wilde wijst er op, dat door het vertrek
van den agent D. van der Vliet een der andere agen-
ten is bevorderd tot le klasse.
De Voorzitter zegt, dat toen tot agent le klasse is
bevorderd H. Arnoldus.
De volgnos. 142 tot en met 154 worden ongewijzigd
en zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
Bij volgno. 155 wijst de heer Tromp er op, dat aan
de Openbare Lagere School werkzaam zijn, een hootd,
een onderwijzer en twee onderwijzeressen, terwijl aan
de school slechts werkzaam behoeven te zijn, een
hoofd en een onderwijzer, omdat het aantal leerlingen
84 bedraagt.
De Voorzitter geeft toe, dat het getal leerlingen
klein is en twee leerkrachten voldoende zouden zijn.
Er is vroeger wel meer over gesproken, maar de
schoolopziener achtte het zeer gewenscht, dat de
laagste klas en de hoogste klas een afzonderlijken
onderwijzer hadden.
Hierna wordt volgno. 155 ongewijzigd en zonder
hoofdelijke stemming vastgesteld en evenzoo de daar-
op volgende nos. tot en met 218.
De vaststelling van volgno. 219 ,,Onvoorziene Uit-
gaven" wordt aangehouden tot na de vaststelling van
de ontvangsten.
Ontvangsten
De volgno. 1 tot en met 26 worden zonder hoof-
delijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
Bij volgno. 37 vraagt de heer Honig naar het per-
centage van den Hoofdelijken Omslag.
De Voorzitter deelt mede, dat dit zal worden be-
handeld bij de vaststelling van het kohier van den
Hoofdelijken Omslag.
Volgno. 37 en daarna de volgnos. 38 tot en met 79,
worden zonder hoofdelijken stemming ongewijzigd
vastgesteld.
Bij volgno. 219 stelt dé Voorzitter voor, om dezen
post te verminderen met f 400.n.l. met het bedrag
waarmede de post ,,Jaarwedde van de Wethouders'
is verhoogd, zoodat het eindcijfer der begrooting on-
rewijzigd blijft.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten.