34
10 Juni 1919.
verandering mag worden gebracht en alle schaden
door verdieping van het water of anderszins aan het
schuitenhuis teweeg gebracht, voor rekening van den
huurder komen
6e. dat door adressant verder voor eigen rekening
de vaart rondom het schuitenhuis ter breedte van 2
M. moet worden schoongehouden
6e. dat bij opzegging van de huur het gehuurde
door en op kosten van den huurder binnen drie maan-
den, ten genoegen van Burgemeester en Wethouders
voornoemd, in den vorigen toestand moet worden te-
ruggebracht, zullende anders Burgemeester en Wethou-
ders het recht hebben dit voor zijne rekening te laten
doen
7e. dat, indien de gemeente terzake van het ge-
huurde in de grondbelasting mocht worden aangesla-
gen, het bedrag van den aanslag door den huurder
op de eerste aanmaning ten kantore van den Gemeen-
te-Ontvanger voornoemd moet worden gestort
8e. dat na gedane opzegging der huur de huurder
deswege geen recht op schadevergoeding zal kunnen
doen gelden, doch alleen terugbetaling zal kunnen
voideren van de in evenredigheid met het nog overige
gedeelte van heî loopende jaar, te veel befaaide huur-
penningen
9e. dat de kosten, op de te siuiten overeenkomst
vallende, ten laste van den huurder komen.
Gedaan ter openbare vergadering van den 10 Juni
1919.
De Secretaris,
De Voorzitter,