frf. November 1919
MEMORIE VAN TOELICHTING
Aflossing der leeningen oorspronkelijk groot
1
12800.
2
5750.
3
80000.
4
80000.
5
145000.
6
13000.
7
80000.
8
165000.
9
25000.
10
10000.
11
179000.
12
350000.
13
36000.
14
10000.
15
220000.
16
166000.
17
100000.
18
26500.
19
103000.
20
140000.
21
102000.
22
99000.
400.—
250.—
2000.—
2000.
4000.—
500.—
3000.—
3000.—
1250.—
500.—
6000.—
2000.—
1500.—
1000.—
7000.—
4000.—
2000.—
2000,—
4000.—
28000,—
2000.—
3000.—
Totaal 79400,—
170
171
Toelage Wed A. Kersten 2,— per week 104.— Raadsbesluit van 4 Maart 1909.
Mej. E. M. Timmerâ 3.156.28 Oct. 1910.
F. Waringa bij pensioen 100.20 Juli 1911.
G. Bouman bij pensioen 75.20 Mei 1914.
J. H. Snijder bij pensioen 125.— 6 Oct. 1914.
560.
Bijslag op toelage en pensioenen ingevolge de Pensioen-
wet voor de Gemeente Ambtenaren 1913, krachtens
raadsbesluit van 5 Aug. 1919, no. 54 aan:
J. H. Snijder380.
G. Bouman250.
Mej. E. M. Timmer78.
Wed. A. Kersten78.
786.-
Totaal 1346.of afgerond 1350.—
De gemeente betaalt voor alle ambtenaren, beambten en werklieden de pensioensbijdragen en
den inkoop voor pensioen volgens Raadsbesluit van 30 October 1913, goedgekeurd door
Gedeputeerde Staten bij besluit van 7 Januari 1914, No. 3.
Verhoogd voorgesteld, ook wegens verhooging van jaarwedden volgens dienstjaren.
Voor de gemeente gas-, duinwater- en electriciteitsbedrijven, den Reinigingsdienst en het grond-
bedrijf worden de betaalde pensioensbijdragen in de gemeentekas teruggestort.
AG VOLGNUMMER
1920