91.
November 1919
3
anders het voorschot of het onafgeloste gedeelte daarvan
terstond opvorderbaar zijn
15, Burgemeester en Wethouders hebben ten aüe
tijde het recht. zoowel tijdens den bouw als later den
toestand der woningen geregeld op te nemen of te
doen opnemen en zoo noodig onderhoud en herstelling
te gelasten
16. Het bestuur is verplicht alle daarvoor vatbare
goederen voor behoorlijke waarde naar het oordee!
van Burgemeester cn Wethouders tegen brandschade
te verzekeren bij eene of meer door hen goed te keuren
in Nederiand gevestigde verzekeringsmaatschappijen
en in geval van brand heeft de gemeente desverlangd
voorrang op de uit te betalen assurantiepennin/en,
hetgeen op de polis moet worden aangeteekend
1 jaailijks vöör 1 Mei moet een beredeneerd ver-
slag met balans en winst- en verliesrekening aan
Burgemeester en Wethouders worden ingcdiend, terwijl
balans en winst- en verüesrekening de goedkeuring
van Burgemeester en Wethouders behoeven
18. het Bestuur is verplicht Burgemecster en Wet-
houders alle gevraagde inlichtingen betreffende de
Vereeniging te verschaffen en hun of aan een door
hen aangewezen accountant, zoo dikwijls zij ditnoo-
dig oordeelen, toe te laten inzage, afschriften en uit-
treksels te nemen van de boeken betreffer.de de fi-
nancieele administratie der Vereeniging
19. De Vereeniging mag geen onroerend goed aan
koopen zonder toestemming van Burgemeester en
Wethouders
20. bij vervreemding of bezwaring van or.roerende
goederen der Vereeniging zonder goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders of anders van Gedepu-
teeide Staten zal het BesUiur aan de gemeente ver-
beuren een bedrag van f 5000.waarvoor de leden
van het bestuur hoofdelijk ieder voor het geheel
aansprakelijk zullen zijn, onverminderd het recht der
gemeente, om, zoo daartoe termen zijn in plaats van
die geldboete schadevergoeding te eischen en om de
vervreemding of bezwaring niet a!s geldig te erkennen:
21. bij faillissement, ontbinding of opheffing der
Vereeniging, alsmede indien de voorwaarden, waaronder
het voorschot is verleend, nietworden nageleefd, wordt
het voorschot of het onafgeloste gedeelte daarvan
terstond opvorderbaar
22. de gemeente heeft het recht, zoolang het
voorschot niet geheel is afgelost, met goedkeuring van
H. M. de Koningin om alle bezittingen met het
voorschot verkregen met de daarop rustende lasten
en verplichtingen en alle schulden der Vereeniging