91.
Qc-
Novemter lfe 19
4
voor zoover die ten behoeve van die bezittingen zîjn
gemaakt, gezamenlijk over te nemen tegen betalingvan
een bedrag door Gedeputeerde Staten goedkeuring
gekeurd of bij weigering door H. M. de Koningin vast
te stellen met dien verstande, dat boven het voor de
verwerving of instandhouding van die bezittingen
aangewende deel van het eigen vermogen van de
vereeniging slechts een billijke vergoeding voor nood-
zakelijke met den eigendomsovergang verband houden-
de kosten wordt uitgekeerd;
23. de ter uitvoering van dit besluit op te maken
notarieële overeenkomsten, komen voor rekening der
Woningbouwvereeniging
24. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ter
uitvoering van het bovenstaande zoodanig aanvullende
voorwaarden te stellen, als zij in het belang der ge-
meente noodig oordeelen, of wel door hoogere colleges
noodig worden geacht
25. voorzoover bovenstaande bepalingen en voor-
waarden, volgens de meening van cle Regeering
mochten afwijken van of in strijd zijn met de bepa-
lingen en voorwaarden, waaronder het Rijk volgens
het Koninklijk Besluit van 6 November 1919, no. 51,
bereid zal worden bevonden steun voor den bouw
van middenstandswoningen te verleenen, zullen deze
door Burgemeester en Wethouders daarmede in over-
eenstemming mogen worden gebracht.
Gedaan ter openbare vergadering van November
1919.
De Secretaris,
De Vaarzitter,