17 December l9i9.
178 -
De heer Dr. Droog zegt, dat men voor een feit
staat, dat er absoluut niets open is.
De Voorzitter zegt dat, wanneer er op 't oogenblik
een groot gezin op straat wordt gezet, hij dit niet
weet te bergen voor een klein gezin is nog een
gaatje te vinden.
De heer Dr. Droog zegt, dat als er werkelijk geen
enkele woning open is, het voor den Burgemeester
verschrikkelijk moeilijk is om de menschen te helpen.
Spreker deelt gaaine den wensch van de heeren
Tromp e a. om te steunen,'het zoo spoedig moge'iijk
bouwen der nieuwe woningen, doch men slaat nu voor
het feit, dat er geen woningen open staan. Sprtker
acht het noodig daarin te voorzien laier kan men
eens weer zien
De heer Breed vreest. dat die 2 woningen direct
vol zijn.
De heer Peeperkorn zegt, dat het Bullenhofje gespaard
is gebleven voor den moker, om measchen zonder
woning tijdelijk onderdak te geven. liet Bullenhofje
is vol en het karakter van tijdelijke woning is geheel
weg, wam die er zijn, blijven er lekker
Zoo is er ook tijdens afwezigheid van den Burge-
meester iemand komen vragen, of hij asjeblieft jn'tBul-
lenhofje mocht, hij zou zoo spoedig mogelijk vooreen
andere woning zorgen. Nu, na drie jaar, zit hij er nog
in en doet geen moeite voor een ander huis. Spreker
hoopt, dat de noodwoningen tijdelijk zijn, maar vreest,
dat men de menschen er niet meer uit krijgt.
De Voorzitter geeft te kennen, dat het niet de be-
doeling is, dat het vaste woningen zullen zijn. Door
üen bouw van arbeiderswoningen is het te hopen dat
inen een opschuiving krijgt. Deze jaren heeftmenzich
nog gered met 't Bullenhofje.
De heer Peeperkorn merkt op, dat de menschen, die
geholpen zijn, nu oorzaak zijn, dat men geen andere
inenschen ineer kan helpen.
De heer de Wilde zegt, dat de persoon. die de heer
Peeperkorn op het oog lieeft, meer dan eens een
andere woning is aangewezen. Maar, omdat hij hier
mindtr huur betaalt, blijft hij er.
Spreker vreest, dat het ook zoo inet deze tijdelijke
woningen zal gaan. I)e menschen blijven er want ze
zeggen, dat de gemeente er toch niet toe overgaatom
üe menschen er uit te zetten.
