5.
/z
Januari 1920.
te stellen, met dien verstande, dat boven het voor de
verwerving of instandhouding van die bezittingen
aangewende deel van het eigen vermogen van de
vereeniging slechts eene billijke vergoeding voor nood-
zakelijk met den eigendomsovergang verband houden-
de kosten wordt uitgekeerd
16e. dat de bebouwing zal geschieden overeenkom-
stig het door den Gemeenteraad nader vast te stellen
bouwplar
17e. dat het volgestorte aandeelen kapitaal der
Vereeniging ten minste f 2480.moet bedragen vöôr
de aanbesteding plaats heeft
18e. dat in de ter uitvoering van dit besluit voor
rekening van de Vereeniging op te maken notarieele
overeenkomst zullen worden opgenomen alle zoodanige
bepalingen als het College van Burgemeester en
Wethonders in het belang van eene richtige contrôle
op het beheer der in het plan begrepen bezittingen
alsnog noodzakelijk mocht voorkomen.
B. Aan de Vereeniging een bijdrage uit de ge-
meentekas te verstrekken, overeenkomstig de voor-
waarden waarop door de gemeente een bijdrage van
hei Rijk wordt ontvangen als hierna onder C is be
doeld, onder de volgende voorwaarden
le. Indien het voorschoi of het onafgeloste gedeelte
daarvan wordt opgevorderd krachtens art. 15. letter
b van het Koninklijk Besluit van 28 Juli 1902 (Stbl.
no. 160) zullen de termijnen, tot welker betaling de
gemeente zich nog in de toekomst verbondcn had,
nict meer zijn verschuldigd
2e. de door rie gemeente verleende bijdrage zal
in mindering strekken van de annuiteiten, die de
Vereeniging aan de gemeente heeft te betalen wan-
neer de bijdrage van het Rijk wordt verminderd of
ingetrokken, op grond, dat de behoefte aan een bij-
drage mag geacht worden te zijn verminderd of ver-
vallen, zal de bijdrage van de gemeente in dezelfde
verhouding als de vermindering van de Rijksbijdrage
worden verminderd, of, bij intrekking der Rijksbijdrage,
worden ingetrokken
C. Uit 's Rijkskas aan te vragen en te aanvaarden
een gelijk bedrag aan voorschot en voor zoolang
de gemeente bedoelde bijdrage aan meergemelde
Vereeniging zal betalen een zoo hoog mogelijke
jaarlijksche bijdrage in de betaling van de annuiteit.
Gedaan ter openbare vergadering van JtHHtari
1920.
De Secretaris
De Voorzitter,
v