12 Februari 1920
19
zigen en om wat langzamer de progressie te laten
opklimmen.
De Voorzitter vraagt den heer van Unen, bij welk
bedrag hij het maximum zou willen bereiken.
De heer van Unen zou het maximum percentage
van 4 wat verder willen opschuiven tot bijv. bij f 15000
f 20.000. Men is met het maximnm bedrag der pro-
gressie aan zekere grens gebonden. doch men zou bijv.
de belasting met f 120. f 1.30 enz. kunnen laten toe-
nemen.
De Voorzitter zegt, dat blijkens de 4e kolom van
het tarief de bedragen telkens 25 cent hooger worden.
De heer Van Unen vindt de progressie bij den mid-
denstand niet sterk genoeg doorgevoerd, omdat bij
iemand met f 8000 reeds het hoogste percentage van
de toeneming is bereikt.
De Voorzitter deelt mede. dat volgens het voorge-
stelde tarief iemand met f5000. op hetzelfde percen-
tage komt als thans n.l. 2.8 pCt.
I)e heer van Unen vindt dit een vrij hoog cijfer,
Het tarief begint bij 2 pCt. en hij zou bij f5000,—
nog geen 2.8 pCt, bereikt willen hebben Menschen met
een inkomen van 6 f 8000 behooren tegenwoordig
toch ook nog tot den middenstand. Spreker zou graag
zelf een tarief hebben ontworpen, doch door de be-
palingen van art 243 der Gemeentewet is dit niet
zoo eenvoudig.
De heer de Wilde gelooft. dat men door het voor-
stel van den heer Van Unen eenigszins in gevaar kan
komen Als men het percentage van 4 naar boven
brengt, dan wordt het volle pond slechts door enke
len betaald, en groote inkomens zijn er niet zoo bar
veel in de gemeente. Spreker zou denken, dat men
het cijfer zoo wel mag houden.
De Voorzitter deelt mede, dat het tarief is opgesteld
naar het vermoedelijk bedrag, dat noodig is.
Üe heer van Unen gelooft niet, dat dit iets van zijn
motief afdoet. De bedragen van kolom 5 zijn maar
verhoudingscijfers en door een vermenigvuldigingscijfer
moet men tot het benoodigde bedrag komen.
De Voorzitter antwoordt, dat ook de lage inkomens
door een hooger vermenigvuldigingscijfer meer moeten
betalen.
De heer van Unen vindt de verhouding van de lage
en hooge inkomens niet juist uitgedrukt. Voor den
middenstand acht hij het percentage te hoog.