12 Febraari 1920 4 S. Voorschot aati de Woningbouwverecniging „St. Joseph. De Raad enz. De heer Honig zou gaarne worden ingelicht over de vraag, wat er gebeurt, als de aanneemsom het voorschot te boven gaat. De Voorzitter zegt, dat op dit meerdere zeer ver- moedelijk dezelfde regeling van toepassing zal zijn Voor de verhooging wordt ook een bijdrage verleend. Met Berkenrode is dit ook het geval geweest en de- zelfde gedragslijn wordt voor andere vereenigingen gevolgd. üe heer honig sprak iemand uit een gemeente, waar ze later wat meer hadden aangevraagd, en deze raadde aan voorzichtig te zijn, daar anders de gemeente een strop kon hebben. Als spreker de exploitatiereke ning nagaat, dan vindt hij, dat deze te bescheiden is opgezet. Hij dacht, dat het voordeeliger was voor de gemeente, wanneer deze wat ongunstiger was Men heeft dan een zooveel grooter te kort. waarvan het Rijk J en de Gemeente betaalt. Spreker vraagt, of deze rekening niet te krap is opgezet. De Voorzitter gelooft dat het beter is de getallen naar waarheid op te geven en vindt het niet goed de berekening te zwaar te maken. Ue heer Honig zegt. dat het toch een voordeel lijkt, als deze niet te licht is opgezet. Ue Voorzitter acht het beter de werkelijke cijfers te neinen. üe heer Honig zegt, dat het voor de gemeente een nadeel zou zijn als later bleek, dat de rekening te mooi was opgezet. De Voorzitter wil de cijfers niet geflatteerd maken. De heer Tates vraagt, of niet de mogelijkheid be- staat, dat 5 woningen voor de gemeente-arbeiders be- schikbaar worden gesteld. De Voorzitter zegt, dat het den Raad vrijstaat, om meer woningen te bedingen. Met het bestuur der woningbouwvereeniging is geconfereerd en toen zijn 3 woningen toegestaan. Spreker erkent, dat de Ver- eeniging er wel wat voor over mag hebben. maar Burgemeester en Wethouders meenden niet verder dan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1920 | | pagina 4