25.
Februari 1920.
2
1. d*t de bebouwing van de terreinen geschiede
overeenkomstig herziening XVI van het Uitbreidings-
plan, met dien verstande. dat aan eene straat wel
minder, doch riet meer woningen gebouwd mogen
worden dan op het plan is aangegeven en de breedte
der woningen verschillend mag zijn
2. dat de voorgevels van de op bedoelde terreinen
te stichten gebouwen, minstens zoover van de rooi-
ingslijn verwijderd blijven als bij herziening XVI van
het Üitbreidingsplan is aangegeven, zullende Burge-
meester en Wethouders in bijzondere gevallen afwij-
kingen van ten hoogste twee Meter, van deze bepa-
iingen mogen toestaan, wanneer die eene goede ex-
ploiiatie niet in den weg staan
3. dat de teekeningen van de langs de grenzen der
straten te maken hekken aan de goedkeuring van Bur-
gemeesler en Wethouders worden onderworpen
4. dat zonder vergunning v»n den Raad op de
voor bouwgrond bestemde terreinen geene inrichtingen
worden opgericht als bedoeld in art. 1 der Hinderwet
5. Zoodra de grond, aangewezen voor den aanleg
van den grprojecteerden weg no. 447 op het perceeî
Sectie B no. 1689, eigendom der gemeente is gewor-
den langs de Zuidzijde van het perceel Sectie B no.
1690, zal kosfeloos aan de gemeente moeten worden
afgestaan eene strook grond strekkende aan de zuid-
zijde van en gedeelte uitmakende van het perceel Sec-
tie B no. 1690, voorzoover die grond is aangewezen
voor den aanleg van dien weg op dit perceel volgens
tierziening XVI van het Uitbreidingsplan.
i>e kosten van overdracht van bedoelde strook grond
zijn voor rekening van adrcssanten
De kosten van ophooging, beharding en bestrating
met bijkomenae werken van bedoelde strook grond
en de helft der kosten van de rioleering in die strook
grond zijn voor rekening van adressanten zoodra de
gemeente een aanvang zal maken met den aanleg van
uen weg waartoe genoemde strook behoort.
De betaling zal moeten geschieden bin: en veertien
dagen na daartoe strekkende aanmaning van Burge-
meester en Wethouders.
Zoodra Burgemeester en Wethouders het in verband
met verkeers-en andere belangen oordeelen. dat de
door hen aan te wijzen aansluitende wegen ofgedeel-
ten van wegen worden gemaakt, zal dit moeten ge-