21.
COMMISSIEN VAN 0VERL8G.
t8 Februari 1920.
Aan den Raad der Gemeente Heemstede.
Den 2i October 1919 werd in onze handen gesteld
om advies een voorstel van vijf Uwer medeleden om
over te gaan tot het instellen van een Commissie van
Overleg inzake arbeidsaangelegenheden der werklieden.
Blijkens de bijgevoegde memorie van toelichting,
zouden de voorstellers de Commissie wenschen samen
te stellen uit 3 raadsleden, 3 werklieden, den Burge-
meester en de hoofden van takken van dienst
Dit voorstel is door ons gezonden om advies naar
de betrokken hoofden van takken van dienst, wier
adviezen voor U ten Raadhuize ter inzage liggen.
Verder is betreffende deze aangelegenheid nog een
adres ingekomen van de vereeniging van werklieden
„Door Eendracht Sterk", waarbij de wensch wordt uit-
gesproken, dat de werklieden in de ge.egenheid wor-
den gesteld hun eigen leden te benoemen.
Wij kunnen ons er mede vereenigen een Commissie
van overleg in te stellën, om daardoor op practische
en regelmatige wijze overleg met de werklieden-
organisaties te kunnen plegen over de verschillendp
arbeidsaangelegenheden.
Bovendien zal de Raad, bij het bespreken dezer aan-
gelegenheden, een te waardeeren leiddraad hebben
aan het advies der Commissie, omdat zich daarin
weerspiegelen de meeningen van de bedrijfshoofden
cn van de werkliedeno:ganisaties.
Wij zijn verder tot de overtuiging gekomen, dat het
niet gewenscht is ook raadsleden deel te laten uitma-
ken der Commissie. De gemeente wordt reeds verte-
penwoordigd door een licl van ons College als Voor
zitter en het overleg dient zich te bepalen tusschen de
hoofden van takken van dienst en de werklieden af-
gevaardigden evenals in particuliere bedrijven tusschen
werkgevers en werknemers. Ue raadsleden individueel
behooren daar alszoodanig niet toe.
Bovendien zouden de raadsleden-leden der Com-
missie in een bevoorrechte positie komen, omdat deze.
in tegenstelling met de andere leden der Commissie,
in den Raad hunne opvatting nader kunnen verdedigen.
In de grootere gemeenten, waartoe zich de instelling
van een Commissie van Overleg in hoofdzaak heeft
bepaald, hebben dan ook geen raadsleden in de Com-
missie zitting.
Een ander verschilpunt van ons voorstel met dat
der raadsleden, is de benoeming van afgevaardigden.
Zfj wenschen 3 leden te benoemen uit en door de
werklieden, wij stellen U voor, elken plaatselijken of
Iandelijken bond van gemeentepersoneel, welke aan