27 Februari 1920
58
De heer Dr. Droog zegt, dat over de loonregeling.
zooals nu wordt voorgesteld, door verschillendej per-
sonen heel wat bezwaren worden geopperd en nog
heel wat wijzigingen in de regeling zijn aan te bren-
gen. Er komt nu in de volgende vergadering een
Commissie van Overleg en spreker is overtuigd, dat
dan weer veranderingen zullen worden voorgesteld,
zoodat het alles dubbel werk zal geven Hij geeft
daarom in overweging de behandeling van de loonre-
geling nog een korten tijd uit te stellen en te verwij-
zen naar de Commissie van Overleg.
De heer Van der Erf is het eens met den heer Dr.
Droog en wil het ook overlaten aan de Commissie
van Overleg, waardoor de Raad voor verschillende
debatten blijft bewaard.
De heer de Wilde kan er zich heel goed mede ver-
eenigen, maar zou dan aan het verzoek willen voldoen
om een toeslag of een voorschot te geven.
De heer Dr. Droog zegt, dat aan de loonregeling
terugwerkende kracht kan worden gegeven.
Oe Voorzittei merkt op, dat dit ook gebeurt bij het
voorstel van Burgemeester en Wethouders Spreker
zou, als de zaak in handen van de Commissie van
Overleg wordt gesteld, daarop niet willen vooruitloo-
pen door het geven van een voorschot, omdat dit de
besprekingen veel moeilijker zal makcn, daar dan reeds
ten gedeelte van de loonsverhooging is gegeven. Spre-
ktr acht het dan beter de zaak heelemaal aan de
Commissie over te laten
Oe heer l)r. Üroog zegt, dat aan het bezwaar van
den heer de Wilde kan worden tegemoet gekomen,
door de behandeling niet te lang uit te stellen.
L)e Voorzirter zegt, dat de Commissie van Overleg
'er ook moet over spreken. 't Is beter, dat dan alles
ineens wordt geregeld en er niet gedeeltelijk op voor-
uit wordt geloopen.
De heer de Wilde meent, dat alles er op wijst, dat
de verdiensten eenigszins vooruit zouden gaan. Spre-
ker wil ze nu helpen, om den achterstand althans niet
grooter te doen worden.
Oe Voorzitter vindt de voorstellen van Burgemeester
en Wethouders niet ongunstig.
De heer Tromp heeft des te meer reden om het
voorstel van den heer de Wilde te steunen. Uit de
notulen van 2 September j.l. blijkt, dat hij toen het-