29
April 1920.
4. dât langs de grens van het geheele tërrein bë-
stemd voor voortuin en de aan de gemeente overge-
dragen gedeelten der perceelen, atscheidingen zullen
moeten worden geplaatst
5. dat voor hunne rekening door belanghebbenden
al deze werken volgens aanwijzing en ten genoegen
van Burgemeester en Wethouders zullen worden ge
maakt en voor zoover de onderhoudsplicht aan belang-
hebbenden blijft, steeds ten hunnen genoegen in goe-
den staat zullen worden onderhouden
6. dat door belanghebbenden worde overgelegd
een gezegelde verklaring, dat zij deze voorwaarden
kennen en zich daarnaar zullen gedragen en de ge-
meente machtigen bij niet nakoming daarvan op kos-
ten van belanghebbenden of hunne rcchtverkrijgenden
van gemeentewege in het gebrekkige te voorzien
7. dat de gedempte gedeelten sloot binnen door
Burgemeester en Wethouders te bepalen termijn, in
behoorlijken staat aan de gemeente moeten zijn opge-
leverd
8. dat de gemeente de rioleering der te dempen
gedeelten sloot en der overige over te dragen percee
len grond in aansluiting met de bestaande rioleering
voor hare rekening zal nemen
II. Burgemeester en Wethouders te machtigen in
bijzondere gevallen de demping van gedeelten van die
sloot van gemeentewege op den grondslag van de
onder I vermelde bijzondere voorwaarden te doen uit-
voeren, waarbij dan tevens door hen van een of meer
dier voorwaarden ontheffing kan worden verleend.
Gedaan ter openbare vergadering van den 2-9
Apiil 1920.
De Secretaris,
De Voorzitter,