29 April 1928.
89
De Voorzitter vindt het dubieus, of dit mag. 't.Is op
den openbaren weg en in de praktijk zou het aanlei-
ding kunnen geven tot moeilijkheden.
De heer Van Unen denkt, dat het toch jongens zijn
l)e Voorzitter deelt mede, dat het niet altijd jongens
zijn maar ook wel grootere van 20 lot 22 jaar Voor-
al aan den Binnenweg en ook in 'tNoorden wordt
werkelijk veel hinder veroorzaakt. 't Is dan ook een
zeer billijke grief van adressanten 't Spijt hem dit te
moeten zeggen, maar de Heemsteedsche jeugd bezorgt
de menschen daar een groot verdriet.'t Is jammer, dat
men dergelijke verordeningen moet maken, maai het
is hoogst noodzakelijk
De heer Tates zegt, dat de vorige keer bij de uit-
breiding van het politiepersoneel het motief gold, dat
het aantal agenten te klein was Men heeft toen be-
sloten dit aantal uit te breiden. Spreker verwonderd
er zich daarom over, dat men met zoo'n groot politiekorps
geen maatregelen kan nemen om de jongens te vcr-
wijderen Voor eenige jaren waren ze bang voor oe
poiilie, maar nu geven ze er niets om.
l)e Voorzitter licht toe, dat de politie een wettelijke
basis moet hebben om te kunnen opireden.'t Ligt niet
aan het aantal politieagenten, maar de bevoegdheid
van de politie. Lr zal nu zeer streng en ernstig wor-
den toegezien. Hij geeft toe, dat de jeugd tegenwoor
dig Iosbandiger is dan vroeger, misschien ookwelals
gevolg van de andere tijdsomstandigheden
De heer Tates zegt, dat de jongens vroeger hard
wegbepen als een van hen riep „Daar komt Bouw
man aan!" Nu geven ze totaal niets om een agent.
Het ontwerp- besluit no. 40 wordt hierna zonder
hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en Wet-
houders in overweging geven in het ontwerp- besluit
no. 41 een kleine wijziging aan te brengen door in den
tweeden regel van art. 29ter te laten vervallen de
woorden „of aan grens van de kom derHet artikel
is in hoofdzaak opgenomen in het belang der open-
bare gezondheid met het oog op de malariabestrijding.
De anopheles zit echter evengoed in slooten buiten
de kom der gemeente als binnen de kom en daarom
is het beter de bevoegdheid tot het iaten reinigen ook
tot die slooten uit te strekken.