29 April '920.
93
Herziening g< 'd. dd 21 April 1920, no 104, inzake herziening
XIV Id van U|tbreidingsp!an.
Herziening
,d h. Id. dd 21 April 1920, no 107, inzake herziening
XV van het uitbreidingsplan.
Dankbetui- j Een dankbetuiging van het Bestuur van de Noord-
ging wijz. Zuid-Hollandsche-Tramweg-IVlaatschappij, dd. 6 Maart
tarief tram.1920, inzake medewerking wijziging tarief Electrische
Tram
De stukken genoemd sub a tot en met i worden
voor kennisgeving aangenomen.
Uitbetaline i- ^-en tnissive van den Voorzitter van Gedeputeerde
Staten, dd 13 Maart 1920, no 88 16527, waarbij in
jaarwe en0Verweging wordt gege^en de Verordening inzake de
Onderw. uitbetaling van jaarwedden aan het onderwijzend per-
soneel, vastgesteld bij raadsbesluit van 24 October
1919, no. 83, te wijzigen en in overeensiemming te
brengen met de bij deze missive overgelegde regelen.
Burgemeester en Wethouders s»ellen daarom voor
lo In art. 3 le lid, 3e rege! van genoemd raads-
besluil te lezen „een jaar" inplaats van 6 maanden en
2o In art. 5, 3e lid weg te laten den 2en zin.
De heer Van Unen vraagt. op grond waarvan
Gedeputeerde Staten het recht hebben de verordening
te wijzigen.
De Voorzitter antwoordt, dat Gedeputeerde Staten
de verordening moeten goedkeuren Nu willen zij wel
goedkeuren, mits eerst de verordening op die beide
punten wordt gewijzigd.
De heer Van Unen vraagt, of zij daar nog bepaalde
motieven voor hebben.
De Voorzitter deelt mede, dat de verordening in
overeenstemming moet zijn met door hen vastgestelde
algemeene regels. Gedeputeerde Staten hadden deze
regels ook wel te voren kunnen geven, hetgeen beter
geweest zou zijn.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stentming be-
sloten conform het voorstel van Burgemeester en
Wethouders.