29 April 1920.
77
zoodanig willen wijzigen, dat daar niet onder vallen
de gezinnen, die voor minder dan f 400. in den
hoofdelijken omslag zijn aangeslagen. Behoeftige gezin-
nen kunnen per maand een tcteslag van f 2.50 f 3.—
niet missen.
De Voorzitter vraagt, of de heer van der Erf dus
den toeslag aan de belasting wil verbinden.
De heer van der Erf wijst er op, dat dit tot nu toe
ook geschiedt.
De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en
Wethouders evenals de Commissie voor de Bedrijven
hebben gemeend te moeten breken met de crisismaat-
regelen omdat men weer een meer normalen tijd krijgt
en de loonen zijn gestegen. Voorgesteld wordt daarom
den toeslag af te schaffen bij het begin van het zo-
merseizoen.
De heer van der Erf betwijfelt, of dit allemaal wel
zoo is. Een loon van f 24- is niet voluoende. Üie
voor minder dan f 400.in den hoofdelijken omslag
zijn aangeslagen, wil hij den toeslag laten behouden.
De heer Jhr van de Poll meent. dat de heer van
der Erf vergeet. dat de zomertijd is ingevoerd en dat
diens cijfers zijn gebaseerd op genoten ontvangsten over
vorige maanden Op 'toogenblik is er veel meer zon-
nelicht en daardoor minder gasverbruik. Spieker be-
twijfelt daarom, of de cijfers van den heer van der
Erf wel juist zijn.
De heer van >_er Erf betoogt, dat het gasverbruik in
arbeidersgezinnen in den zomer ongeveer gelijk is In
den winter kookt rnen op de kachels, terwijl daarvoor
in den zomer gas wordt gebruikt Watmen wint door
het meerdere zoniicht, verliest men weer door het
meerdere gasverbruik om te koken, zoodat het ver-
bruik ongeveer gelijk blijft.
De heer de Wilde heeft er zich over verwonderd,
dat voorgesteld wordt den toeslag af te schaffen in
verband met de loonstijging. Het gas is sinds den
oorlog driemaal in prijs gestegen en de loonen zijn
hoogstens tot tweemaal het bedrag van voor den oor-
log gestegen, zoodat deze verhouding niet opgaat. Al-
les blijft duur en om die reden gevoelt hij wel voor
het voorstel van den heer van der Erf, die toeslag
wil geven aan inkomens tot f400.en aan de ande-
ren niet, dus een toeslag alleen aan behoeftigen, die
te kort komen.