19.
£y
Fehruart 1920.
- 4
Art. 10.
Na het opcncn van elke vergadering worden. zoo
mogehjk de notulen der voorgaande vergadering door
n Voorzitter aan de goedkeuring van de vergadering
onderworpen. s
Art. 11.
De leiding der werkzaamheden en de handhaving
der orde in de vergadering berust bij den Voorzitter
Geen lid voert het woord, dan na het van den
Voorzit er verzocht en verkregen te hebben.
Voorzitter verleent het woord in de orde, waar-
m net gevraagd is.
Geen lid mag over één onderwerp meer dan twee-
maal het woord voeren, tenzij met verlof dcr vergade-
ring. eze t)ePa!ing is niet van toepassing op den
Voorzitter, den Secretaris, nach op een lid, dat een
hem mgediend voorstel verdedigt.
velönWn T fPreker zich onvoeg*ame uitdrukkingen
veroor ooft of de orde stoort, wordt hij door den
nn^nf'hrrtCt °rde geroePe" en kan hem zoo
noodig het woord worden ontnomen
1 er handhaving van de orde kan de Voorzitter de
vergadertng voor een door hem te bepalen tijd schorsen.
Art. 13.
De Secretaris is belast met het voeren van alle
correspondentie, van de Commissie uitgaande.
hÎ! üeeT/ affc.hrift van alle uit te zenden stukken.
nij houdt notulen en verleent daarvan desgevraagd
nzage aan de leden en plaatsvervangende leden der