1920
Boven-woningen worden geacht te behooren bij de
beneden-woning.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere
eischen vast te stellen omtrent de afmetingen, samen-
stelling, inrichting en richting dier leiding, met name
ten aanzien van fabrieken en werkplaatsen voorschrif
ten te geven betreffende de temperatuur en desamen-
stelling der stoffen, die op het riool zullen uitloozen.
Zij zijn bevoegd ten aanzien van, met den naar de
straat toegekeerden gevel, op meer dan 20 Meter af-
stand gelegtn gebouwen, waaruit afvoer naar cen
gemeenteriool niet dan met buitengewone koster. mo-
gelijk is, ontheffing te verleenen van het voorschrift
van het eerste lid van dit artikel, door afvoer op an-
dere wijze toe te staan, en alsdan nadere eischert vast
te stellen. zoowel ter verzekering van een ongehinder-
den afvoer van bedoeld water als ter voorkoming van
verontreiniging van den b< dem.
Bovens<aarde bepalingen treden in werking voor
op het tijdstip der afkondiging bestaande woningen
een jaar na den dag der afkondiging.
2o. Aan art. 28 (bis) wordt toegevoegd een 2e lid
iuidende
De Raad kan, ten opzichte van de woningen bedoeld
in het le lid van dit artikel, onder de door hem te
stellen voorwaarden afwijking verleenen vanhetbe-
paalde in het derde lid van art. 53 (bis).
Gedaan ter openbare vergadering van den
1920.
De Secretaris,
De Voorzitter,