18. i Urb. (^Z)e Februari 1920. een plaatselijke of landelijke bond als bedoeld in art. 1 sub c aan de volgende eischen voldoen a. hij moet Koninklijke goedkeuring op zijne sta- tuten hebben verkregen en uitsluitend of onder meer ten doel hebben de belangen van zijne in dienst dezer gemeente zijnde leden te bevorderen b. hij moet ten minste 10 leden tellen op wie het werklieden-reglement dezer gemeente van toepassing is de leden van den bond, die tevens lid zijn van een anderen bond met gelijk doel, worden ter bepaling van het aantal leden slechts voor een dier bonden geteld en wel voor dien, welken zij zelven aanwijzen c. hij moet zich schriftelijk bereid verklaard heb ben telken jare een vaste afgcvaardigde en plaatover vanger in de C.ommijtsie voor ten mins|,e één jaar aon re- wugcn. Z/z.-/-/e Art. 3. Afgevaardigden of hunne plaatsvervangers kunnen slechts zijn werklieden in vasten dienst der gemeente o> op wie het werkliede,n-reglepnejat v^n toepassing is, Met inachtneming van de in artikel 2 sub a ten aanzien van de leden gemaakte bepaling heeft elke plaatselijke en landelijke bond recht op één^afgevaar^ digde^ Elke plaatselijke en larfdelijke bond zendt voor den aanvang van elk kalenderjaar aan Burgemeester en Wethouders een lijst, waarop met inachtneming van het bepaalde bij art, 2 sub b, in alphabetische volg- orde zijn vermeld de namen der leden. Art. 5. De vergaderingen van de Commissie worden als regel éénmaal in de drie maanden gehouden en voorts zoo dikwijls de Voorzitter dit noodig oordeelt. Aan een verzoek van ten minste drie leden der Commissie tot het houden van een vergadering wordt door den Voorzitter zooveel mogelijk gevolg gegeven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1920 | | pagina 2