30 Juni 1920.
138
geen aanleiding geweest op lotingsdagen de vergun-
ningen te sluiten.
De heer Honig denkt, in geval het wel nocdigwas
dat de Burgemeester zelf wel met een voorstel was
gekomen.
De Voorzitter zegt, dat de noodzakelijkheid hier
niet is gebleken, Op dit adres mag men echter geen
beschikking nemen.
Het adres wordt daarna ter zijde gelegd, omdat het
r> i ongezegeld is.
Kondvraag d-: H n
6 Bij de Rondvraag wil de heer Dr, Droog dank
FietsnaH bre,nëen v00r uitstekende wijze, waarop het fiets-
netspaa pacj iangs de Van Mer]enlaan js verbeterd
Meerweg Hij hoopt, dat de gemeentedienst het fietspad lan^s
den Meerweg ook eens evengoed onderhanden zal
nemen, want dat is niet in orde.
F. L)e Voorzitter zal hierop letten.
rtetspad |)e |ieer Tates vraagt, of langs den Rijkstraatweg,
eeren weg rechts van den weg, bijv. van Groenendaal af, niet
een fietspad kan g'emaakt worden. Nu moet alles over
eén pad. Rechts van den weg is al een klein pad
rnaar niet geschikt voor wielrijders.
De Voorzitter zegt, dat dit pad oorspronkelijk meer
als ruiterpad werd beschouwd.
De heer Tates vindt, wanneer dit pad voor fieisrijders
in orde werd gemaakt, dit het verkeer ten goede zou
komen. Juist omdat alles over één fietspad moet
ontstaan er ongelukken
De Voorzitter zegt, dat men zou kunnen vra°en
oi het Rijk dat fietspad, wil aanleggen.
De heer de Wilde merkt op, dat er meer behoefte
ts aan een rijwielpad dan aan een ruiterpad.
De heer Trotnp, zou den weg in drieën willen ver-
deelen en ook wandelpaden willen aanleggen.
De heer de Wilde zegt, dat op sommige plaatsen
fltnke breede bermen zijn.
De heer Tromp zegt, dat men ook wel op de be-
Rnôen van de wandelaars mag letten. Als wandelaar
weet men soms niet waar men hpen moet.
De heer Tates wijst er op, dat de prachtige sloot
btj de Yzeren Brug gedempt is, maar dat daardoor
thans iedereen toegang heeft tot de perceelen van de
aangrenzende eigenaren. Spreker vraagt, ot men den
grond niet in erfpacht kan uitgeven aan die eigenaren.
Gedempte
sloot
Yzeren
Brug.