30 Juni 1920.
139
De Voorzitter zou willen vragen
en Wethouders over te laten, hoe
der zullen recelen
Commissie r>„
Burgemeester
aan
deze die zaak
ver-
van
Overleg.
Wande-
laars
Meerenw,
De heer van der Erf vraagt, of reeds een bijeenkomst
heeft plaats gehad van de Commissie van Overleg.
De Voorzitter antwoordt„nog niet".
De heer van der Erf wil dan vastleggen, dat er
niet veel spoed achter zit
De Voorzitter vraagt.„waarom niet?.
De heer van der Erf antwoordt, dat het reglement
voor de Commissie van Overleg reeds voor meer dan
een maand geleden is vastgesteld en dat er sindsdien
t og heel weinig heeft plaats gehad.
De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en
Wethouders een voorstel ontwerpen en dit zenden
naar de Commissie van Ovcrleg om advies. Nu is
het College van Burgemeester en Wcthouders in den
laatsten tijd zeer onvoltallig geweest door afwezigheid
van de beide Wethoudeis en ongesteldheid van spre-
ker. Burgemeester en Wethouders meenden, dat het bij
de behandeling van deze voorstellen beter was, dat her
geheele College voltallig was Het spijt hem ook, dat
men nog niet verder is met deze zaak. maar hij wist
ook niet dat het zco zou loopen
De heer van der hrf vraagt. of het wel juist is, dat
Burgerneester en Wethouders een voorstel maken. tiij
dacht, dat dit was het paard achter den wagen span-
nen Het blijkt hem, dat zijn meening omtrent de
Commissie van Overleg geheel orjuist is. Hij dacht,
dat in de Commissie van Overleg de voorstellen ge-
maakt werden, die daarna aan den Raad werden ge-
zonden.
De Voorzitter zegt, dat de manier is, dat Burge-
meester en Wethouders een voorstel maken en dit
zenden om advies naar de Commissie van Overleg.
Daarna kunnen Burgemeesttr en Wethouders nog
wijziginger, aanbrengen en het voorstel met de ad-
viezen van de Commissie van Overleg bij den Raad
indienen.
De heer van der Erf constateert dat zijn meening
geheel anders was
De heer Waller meent zich te herinneren, dat vol-
gens de politieverordening de fietsrijders op het fiets-
pad langs den Heerenweg persé moeten uitwijken
voor wandelaars. Hij vindt, dat daar wel wat meer