77.
9 September '920
7
b. geschenken aan te nemen in verband met de
uitoefening van zijn betrekking;
c. te eigen bate diensten te doen verrichten door
personen in gemeentedienst
d aan de gemeente toebehoorende eigendommen
te eigen bate te gebruiken
e. aan derden onverplicht mededeeling te doen
of ten eigen bate gebruik te maken van hetgeen hem
in zijne betrekking is bekend geworden.
17. Aan den voorman-koolgasstoker den koolgas-
stoker den watergasstoker en den stoomstoker machi-
nedrijver worden bij vaste of voorloopige aanneming
of tewerkstelling. 2 baaien hemden verstrekt, wanneer
ter beoordeeling van het hoofd van een tak van
oienst deze aanneming of tewerkstelling in die ca-
tegorie vermoedelijk minstens 52 weken in 104
achtereenvolgende weken zal duren en daarna 2
baaien hemden, telkens nadat de vaste of voorloopig
aangestelde werkman gedurende 52 weken in een der
vermelde categorieën zal zijn werkzaam geweest. mits
op dat tijdstip niet bekend is, dat hij den gemeente-
dienst zai verlaten.
18. De vroegere en bestaande duurte- en kinder-
toeslagregelingen zijn vervallen.
19. Aan de werklieden wordt over het tijdvak van
1 Januari 1920 iot en met 31 Augustus '920 een
bedrag verleend van 35 maal het verschil in weekloon
tusschen de bestaande loonregeling en de nieuwe
loonregeling. blijvende hierbij elke kindertoeslag buiten
beschouwing.
20. De nieuwe loonregeling, zal voor den betrok-
ker. werkman niet tengevolge hebben. dat hij geldelijk
in een minder gun.siigen toes'and komt, dan volgens
de bestaande loonregeling met inbegrip van de be-
staande kindertoeslagregeling.
21. Aan den machine-bankwerker, electricien en
electricien-monteur die in het bezit is van een diplo-
ma voor electrotechniek, ter beoordeeling van Burge-
meester en Wethouders, wordt eene toelage verleend
tot een maximum van 3 cent per uur.
22. Oe berekening van het bedrag, toe te kennen
aan den elctricien monteur j de Vries en den onder-
baas bij paden en wegen J. Th. Neeskens over het
tijdvak van 1 Januari 1920 tot en met 31 Augustus
1920 geschiedt door Burgemeester en Wethouders
op den grondslag van het bepaalde sub 19.
23. Te Iaten vervallen de bepaling, dat de onder-
baas bij paden en wegen voor de bewaking, toezicht
en beheer van de materialen en het gereedschap van
Openbare Werken, zoolang dit in hoofdzaak op het