78.
8 September 1920.
3
L'e C. v, O. achtte het verder gewenscht aan punt
IV het derde lid toe te voegen, om te voorkomen,
dat b. v. een technisch ambtenaar vergoeding ontvangt
voor een diploma, dat alleen voor een administratief
ambtenaar belang heeft of omgekeerd, met weike
aanvulling ons college zich kon vereenigen.
Evenals bij de werklieden stellen wij LJwe vergade
ring voor over het tijdvak van 1 Januari 1920 tot en
met 31 Augustus 1920 uit te betalen het verschil in
jaarwedde tusschen de bestaande en de nieuwe regeling.
Inzake de door ons voorgestelde salarissen voor
het poLitiepersoneeL, meende de meerderheid van de
C. v. O. voor dat personeel geen salarisgrenzen te
moeten noemen, doch in overweging te moeten geven
de agenten van politie le klasse in dezelfde salaris-
grorp in te deelen als de aijjunct- commiezen ter
secretarie en de hoofdklerken aan de bedrijven, met
voor de hoofdagenten en agenten 2e klasse dezelfde
verschillen in salaris als thans bestaan en met dezelfde
periodieke verhoogingen alsvoor die groepen zal gelden.
Ons College heeft dit voorstel overwogen, doch
kon geen vrijheid vinden, de gevraagde gelijkstelling
in salaris te bevorderen, aangezien die functie's eigen-
lijk ook volstrekt niet met elkaar vergeleken kunnen
worden. Te meer was daartegen bezwaar, daar in
geen enkele andere gemeente nog eene dergelijke
salarisregeling bestaat als met aanneming van het
door de Commissie gevraagde, zou gelden Wij ge-
ven U daarom in overweging de salarissen vast te
stellen als door ons thans worden voorgesteld.
Zooals Uwen Raad zat blijken stellen wij voor de
vaste toelagen voor kleeding en uitrusting alsmede
de tijdelijke toelagen in verband met de hooge prijzen
van kleeding enz. te verhoogen, Ook gevoelen wij er
voor dit hoogere kleedinggeld vanaf 1 Januari 1920
uit te keeren.
De vergoeding voor het gemis van een vrijen dag
is door ons in overeenstemming gebracht met de
voorgestelde salarissen, terwijl ook een bepaling is
opgenomen inzake betaling van overuren aan agenten
le en 2e klasse.
Zooals U uit de adviezen van de beide Commissiën
kan blijken, zijn deze bijna algemeen voor behoud
v in kindertoeslag en wordt daarvoor door beiden eene
regeling in overweging gegeven. De meerderheid van