78.
9 September 1920.
4
ons Coliege is echter tegen het behouden van kinder-
toeslag. terwijl de minderheid dien zou willen blijven
toekennen. Hierom geeft de meerderheid Uwe vergade-
ring in overweging. dien toeslag met de in werking-
treding van de nteuwe regeling, te laten vervallen
Mocht de meerderheid van Uw College echter van
meening zijn, dat kindertoeslag moet blijven worden
uitgekeerd, dan wordt als leiddraad in overweging
gegeven onderstaande bepaling in de plaats te stellen
van punt X van het ontwerp besluit
X. De vroegere en bestaande duurtetoeslagregelingen
zijn vervallen.
De ambtenaren, het politiepersoneel inbegrepen,
genieten voor elk kind beneden den 16 jarigen leef-
tijd, te beginnen rr^t het derde kind, een kindertoe-
slag van 3 pCt van de jaarwedde.
Den toeslag zal worden berekend naar de jaarwed
de en het aantal kinderen bij den aanvang des jaars.
Bij indiensttreding in den loop van het jaar zal de
toeslag berekend worden naar de jaarwedde en het
aantal kinderen op den dag van infunctietreding
Voor kinderen welke. naar het oordeel van Burge-
meester en Wethouders, eigen inkomsten hebben wordt
geen toeslag verstrekt
Ook wordt door beide Commissiën geadviseerd va-
cantietoeslag te verstrekken De Commissie voor de
Ambtenaren geeft daarvoor eene degressieve regeling
aan, terwijl de C v. O. voor het Politie Personeel
een vast percentage noemt.
Ons College is evenwel in zijn geheel tegen toe
kenning van een vacantietoeslag. zoodat wij advisee-
ren afwijzend op de verzoeken te beschikken.
Meent de meerderheid van Uw College wel vacan-
tietoeslag te moeten toekennen, dan zou hiervoor tus-
schen punten X en XI van het ontwerp-besluit de
volgende bepaling opgenomen kunnen worden
„Aan de vaste ambtenaren, het politiepersoneel inbe-
grepen. wordt over den tijd, waarop zij recht hebben
op eene jaarlijksche vacantie, en zulk eene vacantie
genieten. een toeslag toegekend.