78.
9 September 1920
6
XII. De nieuwe jaarwedderegeling, zal voor den
betrokken ambtenaar niet tengevolge hebben, dat hij
geldelijk in een minder gunstigen toestand komt, dan
volgens de bestaande loonregeling met inhegrip van de
bestaande kindertoeslagregeling.
XIII De vergoeding voor het gebruik van eigen
rijwielen in dienst der gemeente, wordt door Burge
meester en Wethouders geregeld, gehoord het Hoofd
van den betrokken tak van dienst.
XIV. Tenzij met vergunning van Burgemeester en
Wethouders mogen de ambtenaren geene nevenbetrek-
king vervullen, geen bezoldigde werkzaamheden voor
derden verrichten en geen handel of nering uitoefenen.
Voor zooveel betreft het uitoefenen van handel of
nering is deze bepaiing ook van toepassing op in-
wonende huisgenoten van ambtenaren.
XV. Het is den ambtenaar verboden
a. rechtstreeks of zijdelings deel te nemen aan
niet tot zijn werkkring behoorende werken der ge-
rneente of aan leveranties voor de gemeerte:
b. geschenken aan te nemen in verban I met de
uitoefening van zijn betrekking
c. te eigen bate diensten te doen verrichten door
personen in gemeentedienst
d aan de gemeente toebehoorende eigendommen
te eigen bate te gebruiken
e. aan derden onverplicht mededeeling te doen
of te eigen bate gebruik te maken van hetgeen hem
in zijne betrekking is bekend geworden.
XVI Deze bepalingen treden, voor zoover daarin
geen andere datum is genoemd, in werking op i
September 1920, met ingang van welk tijdstip ver-
vallen alle bestaande regelingen en besluiten, welke
daarmede in strijd zijn.
XVII. Aan Burgemeester en Wethouders wordt
opgedragen de regeling en toepassing der bepalingen
van dit besluit zoomede de verrekening inzake het
ontvangen voorschot op eventueele loonsverhooging.
Gedaan ter openbare vergadering van den 9
September 1920.
De Secretaris,
De Voorzitter,