85. INSTELLING VAN EEN BEDRIJFSAD- MINISTRATIE V00R DKN ÜIENST VAN „OPËNBARE WERKEN 9 September 1920. 1 Aan den Raad. De Rijks- en Provinciale voorschriften, gegeven ten aanzien van de boekhouding en de rekening van ge- meentelijke ontvangsten en uitgaven houden het ver- eenvoudigen en het meer overzichtelijk maken van de administratie van verschillende onderdeelen van de gemeente huishouding meermalen tegen. Vooral kan dit worden getuigd van de inkomsten en uitgaven terzake den dienst van Openbare Werken. Ingevolge de hierboven vermelde voorschriften behooren de aankoopen, de loonen en andere uitgaven terstond te worden gebracht ten laste van de dadrvoor op de ge- meente begrooting aangewezen posten. Bij aankoop van materialen, waarvan de bestemming nog niet met volstrekte zekerheid kan worden bepaald. of voor het geval, dat nog niet kan worden uitgemaakt of de aan- gekochte materialen in het dienstjaar, waarin de aan- koop plaats had, geheel zullen worden verwerkt, lei- den meergenoemde voorschriften er toe, dat de ge- meenterekening geen juist beeld geeft van de werkelijk gemaakte kosien voor elk onderdeel van de gemeen- tehuishouding. Voorts houdt de bestaande regeling tegen, dat de dienst van Openbare Werken gelegenheid krijgt mate- rialen, schoonmaakbenoodigdheden enz. noodtg voor meerdere takken van dienst in massa aan te koopen. Het komt ons niet gewenscht voor de onderscheidene takken van dienst geheel als afzonderlijke lichamen te beschouwen, doch er naar te streven, dat de ge meente huishouding in haar geheel wordt bewaa d en dat dus elke belemmering om voor alle takken van dienst gezamenlijk inkoopen te doen, dient te wor den opgeheven. Wij stellen ons alzoo voor, dat de dienst van Open- bare Werken in verschillende gevallen als Centraal Inkoopkantoor zal fungeeren en dan als leverancier zal optreden voor andere takken van dienst en voor de bedrijven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1920 | | pagina 49